4.3.[einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] vordert onder b. betaling van de openstaande huurschuld en overige facturen ad € 3.559,74 tot en met 26 juli 2017. In productie 13 is een specificatie van de vordering gegeven. Deze onderdelen worden hierna telkens afzonderlijk besproken.
Factuur 2017-03
Van deze factuur is een bedrag van € 48,40 inclusief btw onbetaald gelaten betreffende de levering van 2 stuks sproeiers. Ten aanzien hiervan voert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aan niet op de hoogte te zijn geweest van defecte sproeiers en dat zij per Whatsapp foto’s en een factuur toegestuurd kreeg.
De kantonrechter is van oordeel dat [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] niet heeft aangetoond of aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten van de vervanging van de sproeiers voor rekening van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] komen. Kennelijk is [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] op eigen initiatief overgegaan tot de vervanging daarvan en heeft zij getracht de kosten daarvan op [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te verhalen. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] daarvoor opdracht aan [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] heeft verstrekt. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
Factuur 2017-04
Bij deze factuur is een bedrag van € 356,47 in rekening gebracht voor gebruikte materialen.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voert hiertegen verweer en stelt dat alle ter beschikking gestelde materialen nog in haar bezit zijn en aan het einde van de huurovereenkomst aan [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ter beschikking zullen worden gesteld.
De kantonrechter is van oordeel dat dit deel van de vordering moet worden afgewezen. De teruggave dan wel vervangingswaarde van de ter beschikking gestelde materialen is immers eerst aan het einde van de huurovereenkomst aan de orde. Daar komt nog bij dat op basis van voorhanden zijnde gegevens niet kan worden vastgesteld welke materialen aanwezig zijn en welke eventueel ontbreken. In elk geval heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ter zitting verklaard dat alle materialen nog aanwezig zijn en per 1 december 2017 aan [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ter beschikking zullen worden gesteld.
Factuur 2017-05
Ten aanzien van de huur over de maand mei 2017 voert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aan de betaling te hebben opgeschort wegens gebreken aan het gehuurde en de onhoudbare situatie die is ontstaan omdat de heer [eisende partij 2 in conventie, verweerder in reconventie] van [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] zich telkens met de bedrijfsvoering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] bemoeit. In haar conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie geeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op pagina 2 en 3 een opsomming van de gebreken.
[einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] betwist dat er sprake is van ernstige gebreken en dat hij zich met de bedrijfsvoering bemoeit.
De kantonrechter overweegt als volgt. In haar brief van 5 mei 2017 schrijft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat zij de huur gedurende een week reserveert teneinde [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] te bewegen om de factuur voor de reparatie van de riolering te betalen. Vast staat dat deze factuur inmiddels is voldaan zodat de voorwaarde voor opschorting inmiddels is komen te vervallen.
De stelling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat aan het gehuurde ernstige gebreken kleven, wordt bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing afgewezen. Ten aanzien van de riolering staat niet vast dat de zich eerder voorgedane verstopping het gevolg is van onjuist gebruik dan wel door een fout in de constructie. In elk geval staat wel vast dat nadat (herstel)werkzaamheden zijn verricht zich geen problemen meer hebben voorgedaan. Ook ten aanzien van de overige gestelde gebreken is geen onderbouwing gegeven en is dit ook niet op andere wijze aangetoond. Een gerechtvaardigde reden voor opschorting is daarom niet voorhanden, zodat geconcludeerd wordt dat ten onrechte de betaling van de huur over de maand mei is opgeschort. Dit deel van de vordering ad € 2.250,00 exclusief btw en € 2.722,50 inclusief btw wordt daarom toegewezen.
Ten aanzien van de overige bedragen in factuur 2017-05 overweegt de kantonrechter als volgt.
Ter zake mestafvoer is een bedrag van € 97,50 exclusief btw in rekening gebracht. Hiertegen is geen verweer gevoerd, zodat dit bedrag betaald moet worden. Dit geldt eveneens voor het in rekening gebrachte voorschot energie ad € 70,00 exclusief btw, voorschot bijkomende kosten en lasten ad € 93,33 exclusief btw en een bedrag van € 12,45 exclusief btw voor een lichtbron voor de verlichting in de hal. Ook ten aanzien van deze onderdelen is geen dan wel onvoldoende gemotiveerd verweer gevoerd, zodat de ter zake gevorderde bedragen kunnen worden toegewezen. Ten aanzien van de in rekening gebrachte sproeier voor de sproeiinstallatie ad € 13,50 exclusief btw verwijst de kantonrechter naar hetgeen met betrekking tot de sproeiers in factuur 2017-04 is overwogen. Deze kosten worden daarom afgewezen.
Het voorgaande brengt met zich dat het bij factuur 2017-05 in rekening gebrachte bedrag ad € 3.054,88 tot een bedrag van € 3.038,54 kan worden toegewezen.
Factuur 2017-06
Bij deze factuur zijn de kosten ad € 99,99 ter zake de ontstopping van het riool in rekening gebracht. Ter zitting is namens [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] verklaard dat in januari 2017 het riool in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is ontstopt. Namens [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] is de poort opgemaakt omdat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet aanwezig was. [rioolontstopper] heeft telkens aangedrongen op betaling. [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] heeft daarop de factuur op haar naam laten stellen en de factuur betaald. In de factuur 2017-06 zijn de kosten één-op-één door gefactureerd. De factuur die in de procedure is overgelegd, heeft betrekking op andere werkzaamheden.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist uitdrukkelijk in januari 2017 opdracht te hebben gegeven voor de ontstopping van het riool.
De kantonrechter is van oordeel dat dit deel van de vordering aan [einsende partijen in conventie, verweerders in reconventie] moet worden toegewezen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] was vanaf 1 december 2016 huurder en vanaf die datum op basis van artikel 13.1 van de algemene voorwaarden verantwoordelijk voor de riolering en eventuele verstoppingen daarvan. Immers, niet is komen vast te staan dat er in constructief opzicht iets mis was met de riolering. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] legt weliswaar een niet gedateerde en niet ondertekende verklaring van [riooltechnicus] , riooltechnicus, over waaruit zou blijken dat er sprake is van constructiefouten maar dit wordt weerlegd door de feitelijke gang van zaken inhoudende dat na werkzaamheden medio 2017 zich geen problemen meer hebben voorgedaan.