ECLI:NL:RBLIM:2017:11866
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
Op 27 november 2017 heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een gedetineerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Weening. Het verzoek was gericht tegen de leden van de meervoudige strafkamer, te weten mr. J.S. Holthuis, mr. B.G.L. van der Aa en mr. M.E.M.W. Nuijts. De verzoeker stelde dat er sprake was van vooringenomenheid, omdat de rechtbank had geweigerd om nader onderzoek te doen naar getuigen die mogelijk relevant waren voor zijn zaak. Tijdens de zitting van de wrakingskamer, die op dezelfde dag plaatsvond, zijn zowel de verzoeker als zijn advocaat, de rechters van de meervoudige kamer, alsook de officieren van justitie, mr. L.H.M. Geuns en mr. D.W.A. Kuppeveld, verschenen. De rechters gaven aan niet in de wraking te berusten en gaven een mondelinge reactie op het verzoek. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de criteria voor rechterlijke onpartijdigheid, waarbij zowel het subjectieve als het objectieve criterium in overweging werden genomen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoeker dat de rechters partijdig waren. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.H.J. Otto, mr. W.E. Elzinga en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.W.D. Janssen.