ECLI:NL:RBLIM:2017:11865
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak; beoordeling van vooringenomenheid en onpartijdigheid
Op 27 november 2017 heeft een verzoek tot wraking plaatsgevonden van de leden van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Limburg, te weten mr. J.S. Holthuis, mr. B.G.L. van der Aa en mr. M.E.M.W. Nuijts. Dit verzoek werd ingediend door een gedetineerde, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. Bien, tijdens een terechtzitting in een strafzaak met parketnummer 03/721593-15. De wrakingskamer, bestaande uit mr. R.H.J. Otto, mr. W.E. Elzinga en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, heeft het verzoek op dezelfde dag behandeld. De rechters gaven aan niet in de wraking te berusten en hebben een mondelinge reactie gegeven op het verzoek.
De verzoeker stelde dat de rechtbank vooringenomen was door bepaalde onderzoekswensen niet te honoreren, wat volgens hem de schijn van vooringenomenheid wekte. De rechters daarentegen betoogden dat hun beslissing helder was en dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek naar getuigen uit België. De officier van justitie steunde de rechters en merkte op dat hun beslissing niet vooruitloopt op de uitkomst van de strafzaak.
De wrakingskamer beoordeelde of er sprake was van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar konden brengen. Hierbij werd gekeken naar zowel het subjectieve als het objectieve criterium van partijdigheid. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve of subjectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechters. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 november 2017.