Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de rolbeslissing waarbij een comparitie na antwoord is gelast
- de brief van [eiseres] ontvangen op 24 november 2016 met producties
- het e-mailbericht van [gedaagde] van 29 november 2016 waarbij een recent betalingsoverzicht wordt overgelegd
- het proces-verbaal van comparitie van 2 december 2016.
2.De feiten
“Ik ben niet van plan meer over te maken, afspraken waren duidelijk die zowel mondeling als schriftelijk gemaakt zijn daar in tegen vindt ik het ronduit belachelijk (…) dat je begint over afspraken uit 2015 waar je helemaal niks mee te maken had maar met je oude zaken partner is overeen gekomen. (…)”
“(…) ik nog een keer naar de afspraak heb gekeken en de handtekening en dat ik totaal NIET heb getekent voor MINIMAAL €400 in de maand, dit is mij niet bekend en de handtekening is slecht en anders, daarbij ik wil mij berusten op de oude getekende afspraak die rechts geldig is en gemaakt met je oude partner in naam [handelsnaam] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
Afgesproken 16-03-`16
“in principe was de overeenkomst dat we achteraf (zodra de auto klaar was) wat we met de kosten gingen doen
“Als er enige ruimte is, graag een volgend deel overmaken (…)”
“Als het er niet is, is het er niet, maar wij komen in de problemen. (…)”
“Ja als meer kon deed ik het geen probleem”
“(…) zou je voor mij het complete bestand van de race auto wat open staan aan dingen kunnen opsturen naar mijn email adres (…) dan kan ik er zelf even naar kijken hoe het overzicht daarmee staat anders heb ik zelf ook geen overzich meer erover. (…)”
“Stuur ik je vanavond even”
(…) Ik wacht al veel te lang op mijn geld. (…)”
“Ja je ken elke maand ook geld krijgen als het lukt ik zit ook met mijn kosten en straks komen er ook weer extra bedragen van de zomer (…) Je kan elke maand geld ontvangen hoeveel is afhankelijk van mijn situatie.”
“Je hebt weer een deel overgemaakt? Kun je me dat in het vervolg zelf laten weten (…)?
“400 was de afspraak iedere maand en als minder is is dat minder dus daar hoef je niet om te vragen, tot op heden ook geen enkele kopie van van jou ontvangen over alles”
dat elke maand de 25e de auto afbetaald wordt met minimaal 400 euro, indien mogelijk. Wanneer vakantiegeld of geld van huis komt, wordt dat betaald.”,als de onder 4.3 geciteerde WhatsApp chatconversaties van [gedaagde] met zowel [naam directeur] als [naam vennoot] al duidelijk wordt dat € 400,00 per maand geen harde afspraak was maar een streefbedrag, afhankelijk van de inkomsten van [gedaagde] . [eiseres] heeft niet gesteld en ook niet te bewijzen aangeboden dat de inkomsten van [gedaagde] het in die periode toelieten dat hij een hoger bedrag betaalde.