ECLI:NL:RBLIM:2017:11565

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 november 2017
Publicatiedatum
27 november 2017
Zaaknummer
4704 6185771 cv expl 17-6259
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van reparatiekosten voor bedrijfsauto met afwijzing van verweer omtrent uitvoering en privacy

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij had reparatiewerkzaamheden verricht aan de bedrijfsauto van de gedaagde partij, een Mercedes Benz Sprinter. De gedaagde partij had enkel de btw van de factuur voldaan, terwijl het volledige bedrag van de werkzaamheden nog openstond. De eisende partij vorderde betaling van € 1.792,78, vermeerderd met rente en kosten.

De gedaagde partij voerde verweer en stelde dat de werkzaamheden niet goed waren uitgevoerd en dat er sprake was van schending van privacy. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van de gedaagde partij niet voldoende onderbouwd was. De gedaagde partij had geen tijdig bezwaar gemaakt tegen de werkzaamheden en had geen deugdelijke onderbouwing gegeven voor zijn claims. De kantonrechter verwierp de argumenten van de gedaagde partij en oordeelde dat de eisende partij recht had op betaling van de openstaande factuur.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van de eisende partij begroot op € 853,51. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk moet betalen, ook al kan hij in hoger beroep gaan. De gedaagde partij heeft geen bewijs kunnen leveren voor zijn verweer, waardoor de vordering van de eisende partij is toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6185771 \ CV EXPL 17-6259
Vonnis van de kantonrechter van 29 november 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.G.M. Daemen,
tegen:
[gedaagde partij] , h.o.d.n. [Y],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • het mondelinge antwoord van gedaagde partij
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft de schade aan het voertuig van gedaagde partij, een Mercedes Benz Sprinter met kenteken [kenteken] , gerepareerd.
Bij factuur van 25 december 2016 is gedaagde partij voor de uitgevoerde werkzaamheden een bedrag van € 1.558,94 exclusief btw en € 1.886,32 inclusief btw in rekening gebracht.
Gedaagde partij heeft enkel de btw betaald.
2.2.
De verzekeraar van gedaagde partij heeft het schadebedrag inclusief btw op 10 januari 2017 aan gedaagde partij uitbetaald.
2.3.
Op 16 maart 2017 en op 3 april 2017 is gedaagde partij aan de betaling herinnerd en aangemaand. Op 11 mei 2017 is een laatste aanmaning gestuurd.
2.4.
Op 18 mei 2017 stuurt gedaagde partij een e-mail waarin staat vermeld dat eisende partij onrechtmatig heeft gehandeld en dat er sprake is van schending van de privacy.
2.5.
Bij brief van 6 juni 2017 is gedaagde partij tot betaling gesommeerd en daarbij in de gelegenheid gesteld de hoofdsom zonder rente en kosten te voldoen binnen een termijn van 16 dagen.
2.6.
Bij e-mail van 8 juni 2017 bericht gedaagde partij dat hij nog steeds wacht op een antwoord op zijn e-mail van 18 mei 2017.
De gemachtigde van eisende partij heeft bij e-mail van 23 juni 2017 gedaagde partij bericht.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 1.792,78, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Als gesteld en niet weersproken staat vast dat eisende partij werkzaamheden aan het voertuig van gedaagde partij heeft verricht bestaande uit het repareren van schade. Eveneens staat vast dat de verzekeraar een bedrag van € 1.891,49, overeenkomend met het factuurbedrag inclusief btw en € 5.17 aan rente, aan gedaagde partij heeft uitgekeerd. Gedaagde partij heeft echter enkel de btw aan eisende partij voldaan.
4.2.
Gedaagde partij voert het verweer dat, althans zo begrijpt de kantonrechter dit, eisende partij de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing wordt dit verweer verworpen. Weliswaar heeft gedaagde partij een aantal foto’s overgelegd, maar zonder nadere aanduiding en onderbouwing kan niet worden vastgesteld of en zo ja op welk punt eisende partij is tekort geschoten. Bovendien heeft gedaagde partij niet tijdig geklaagd. Het had in dit verband op de weg van gedaagde partij gelegen om meteen nadat de werkzaamheden waren verricht zijn bezwaren kenbaar te maken en eisende partij in de gelegenheid te stellen tot herstel over te gaan.
4.3.
Verder voert gedaagde partij aan dat eisende partij zijn privacy heeft geschonden door privé-gegevens aan derden te verstrekken. Ook dit verweer strandt bij gebrek aan een feitelijke en juridische onderbouwing. Mocht het al zo zijn dat de privacy is geschonden dan is het overigens nog maar de vraag of dit zou moeten leiden tot afwijzing van de vordering. De werkzaamheden zijn immers uitgevoerd en hiervoor moet betaald worden.
4.4.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering. De vordering van eisende partij wordt toegewezen, met inbegrip van de gevorderde rente en kosten. Hiertegen is immers niet op aparte gronden verweer gevoerd.
4.5.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 83,51
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 853,51
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
4.6.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 1.792,78, vermeerderd met de contractuele rente van 3% bovenop de wettelijke handelsrente over € 1.558,94 vanaf 25 december 2016 tot aan de voldoening,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 853,51,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: PH