ECLI:NL:RBLIM:2017:11558

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 november 2017
Publicatiedatum
27 november 2017
Zaaknummer
04 6216854
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een financiële leaseovereenkomst na beëindiging onderneming door gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap AUTO LEASE COMPANY B.V. en een gedaagde partij die zijn onderneming had beëindigd. De eisende partij, vertegenwoordigd door VD & P Juristen, vorderde de ontbinding van een financiële leaseovereenkomst die op 11 december 2014 was gesloten voor een bedrijfsauto, een Fiat Doblo. De totale leaseprijs bedroeg € 9.677,76, met maandelijkse termijnen van € 201,62. Na beëindiging van de onderneming door de gedaagde partij op 3 november 2016, ontbond de eisende partij de overeenkomst op 1 maart 2017, wat door de kantonrechter als terecht werd beoordeeld.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij zijn verweer, dat hij de algemene voorwaarden niet had ontvangen, niet kon onderbouwen. De rechter wees de vorderingen van de eisende partij toe, waaronder de achterstallige termijnen, schadevergoeding na ontbinding, en inname- en takelkosten, minus de verkoopopbrengst van de bedrijfsauto. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 1.792,29, vermeerderd met rente en proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6216854 \ CV EXPL 17-6464
Vonnis van de kantonrechter van 29 november 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AUTO LEASE COMPANY B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eisende partij,
gemachtigde VD & P Juristen,
tegen:
[gedaagde partij] , v.h.o.d.n. [X],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft met gedaagde partij op 11 december 2014 een financiële leaseovereenkomst (huurkoop) gesloten ter zake een bedrijfsauto, merk: Fiat, type: Doblo, met kenteken [keneteken] , met een looptijd van 48 maanden.
De totale leaseprijs bedroeg € 9.677,76 (inclusief de leasevergoeding van € 2.677,76 en rekening houdend met de aanbetaling van € 2.900,00 en betaling van btw). De maandelijkse leasetermijn bedroeg bij aanvang van de huurkoopovereenkomst € 201,62, bij vooruitbetaling te voldoen vóór of op de eerste werkdag van iedere kalendermaand.
2.2.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van toepassing verklaard.
2.3.
Bij brief/e-mail van 1 maart 2017 heeft eisende partij op basis van artikel 43 van de algemene voorwaarden de overeenkomst ontbonden. In die brief zijn gedaagde partij de volgende opties geboden:
1. U maakt een afspraak met ons voor het inleveren van het voertuig met kenteken
[keneteken] ;
2. U voldoet het inlossaldo van het contract tot en met heden ad € 4.988,39, hetgeen u op grond van de overeenkomst en de algemene voorwaarden verschuldigd bent
ineensbinnen een door ons gestelde termijn;
3. U heeft een overnemende partij (dit dient een onderneming te zijn met een actieve KvK-inschrijving) welke contract kan overnemen, dit onder voorbehoud van acceptatie door cliënte en het voldoen van de achterstallige leasetermijnen incl. kosten.
2.4.
De bedrijfsauto is op 14 maart 2017 bij gedaagde partij opgehaald en inmiddels verkocht.
2.5.
Onder meer zijn de volgende facturen aan gedaagde partij gestuurd:
1 maart 2017 € 201,62 betreffende de maand maart 2017
1 april 2017 € 201,62 betreffende de maand april 2017
30 maart 2017 € -201,62 creditfactuur april 2017
30 maart 2017 € 4.097,44 voortijdige inlossing
30 maart 2017 €-3.388,53 creditfactuur opbrengst verkoop auto.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – te verklaren voor recht dat de financiële leaseovereenkomst is ontbonden en veroordeling van gedaagde partij tot betaling van:
  • € 1.541,29, vermeerderd met de contractuele rente;
  • € 250,00 ter zake incassokosten
  • de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Als gesteld en erkend dan wel niet weersproken staat vast dat de gedaagde partij zijn eenmanszaak op enig moment heeft beëindigd. Blijkens het door eisende partij in het geding gebrachte uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is de onderneming van gedaagde partij per 3 november 2016 uitgeschreven. Na constatering hiervan heeft eisende partij de financiële leaseovereenkomst met gedaagde partij bij brief van 1 maart 2017 buitengerechtelijk ontbonden op basis van artikel 43 van de algemene voorwaarden. Naar het oordeel van kantonrechter heeft deze buitengerechtelijke ontbinding, gelet op de inhoud van voornoemd artikel, op goede gronden plaatsgevonden. Het door gedaagde partij gevoerde verweer dat hij de algemene voorwaarden niet heeft ontvangen en ook niet heeft ondertekend, wordt verworpen. Op de schriftelijke overeenkomst staat immers in 5.2. vermeld dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en partijen daarvan een kopie hebben ontvangen. Dat gedaagde partij de algemene voorwaarden niet heeft ondertekend, doet aan de toepasselijkheid daarvan niets af.
De gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen.
4.2.
Eisende partij vordert aan hoofdsom een bedrag van € 1.461,40. Dit bedrag is opgebouwd uit de achterstand van de leasetermijnen tot aan de ontbinding ad in totaal € 604,86, de schadevergoeding in verband met de ontbinding ad € 4.097,44, de inname- en takelkosten ad € 859,10, en de creditnota ad - € 4.100,00 ter zake de verkoopopbrengst. In productie 7 is een specificatie van de gevorderde leasetermijnen, de schadevergoeding en de verkoopopbrengst gegeven. Naast de hoofdsom vordert eisende partij € 79,89 aan rente tot en met 13 juli 2017, de rente vanaf 14 juli 2017 p.m. en € 250,00 aan buitengerechtelijke kosten.
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat gedaagde partij het in productie 7 genoemde bedrag van € 602,30 heeft erkend, zodat dit kan worden toegewezen. Gedaagde partij geeft daarbij aan dat betaling in overleg met schuldhulpverlening Roermond moet gebeuren. Dit is echter een aangelegenheid waarmee de kantonrechter geen bemoeienis heeft. Partijen dienen dit in onderling overleg te regelen.
4.4.
Gedaagde partij voert verweer tegen de gevorderde inname- en takelkosten ad € 859,10. Gedaagde partij heeft immers gekozen voor optie 1 zoals vermeld in de brief van 1 maar 2017 en heeft contact opgenomen met eisende partij om te vragen waar en wanneer het voertuig kon worden ingeleverd. Dit was niet nodig en eisende partij zou alles regelen. Gedaagde partij heeft echter niets meer vernomen van de kosten hiervan, aldus gedaagde partij. Gedaagde partij betwist verder dat de auto is opgetakeld. Gedaagde partij is ook geen geleidebrief overhandigd dat de bedrijfswagen op dat moment gevrijwaard was van verzekering en belasting.
Eisende partij stelt dat de auto wel is opgetakeld nadat deze eerst naar een parkeerplaats is gereden. Ter onderbouwing legt eisende partij een verklaring van de betreffende chauffeur over. Een transporteur zal nooit een verklaring afgeven dat zij de auto vrijwaart van verzekering en belasting, aldus eisende partij.
Eisende partij stelt verder dat voor de inname van de auto een vast tarief van € 450,00 exclusief btw wordt gehanteerd. De kosten van het afslepen bedragen € 260,00 exclusief btw.
4.5.
Ten aanzien van de kosten van inname van de auto en de takelkosten overweegt de kantonrechter als volgt. Op de eerste plaats leidt de kantonrechter uit de drie genoemde opties in de brief van 1 maart 2017 niet af dat gedaagde partij de mogelijkheid had om de auto zelf in te leveren. In optie 1 staat enkel dat er een afspraak gemaakt kan worden voor het inleveren van het voertuig. Dit impliceert echter niet dat gedaagde partij auto zelf kon brengen. Bovendien geldt dat de overeenkomst was ontbonden en gedaagde partij om die reden ook niet het recht had nog langer met de auto te rijden en deze te gebruiken.
De kantonrechter is verder van oordeel dat eisende partij met de overlegging van de facturen en de schriftelijke verklaring van [Y] , zoals overgelegd als productie 12 bij conclusie van repliek, haar vordering in voldoende mate heeft onderbouwd. Dit deel van de vordering wordt daarom eveneens toegewezen.
4.6.
De gevorderde rente en incassokosten zullen worden toegewezen als gevorderd.
Dat in productie 4 telkens andere bedragen zijn gevorderd, acht de kantonrechter niet relevant. Kennelijk heeft eisende partij een herberekening gemaakt van de gevorderde rente, hetgeen in dit geval in het voordeel van gedaagde partij is.
4.7.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.8.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 83,51
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 853,51
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
4.9.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de financiële leaseovereenkomst (huurkoop) d.d. 14 maart 2017 met betrekking tot de Fiat Doblo met kenteken [keneteken] is ontbonden;
5.2.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 1.792,29, vermeerderd met de contractuele rente ad 1,5% per maand over € 1.541,29 en de wettelijke rente over € 250,00 vanaf 21 juli 2017, telkens tot aan de voldoening,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 853,51, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat hij niet binnen 2 weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 75,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: