Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[C],
[D],
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 9 februari 2017, is een verzoek ingediend door [A] Holding B.V. om verlof te verkrijgen voor de onderhands verkoop van een onroerende zaak. Het verzoek is ingediend door notaris mr. J.A.P. Dings, waarbij de ontvankelijkheid van het verzoek ter discussie stond. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, hoewel het verzoek niet door een advocaat was ingediend, de notaris bevoegd is om dit verzoek in te dienen op basis van artikel 3:268 lid 3 BW. Dit artikel staat uitdrukkelijk toe dat een notaris namens de hypotheekhouder een verzoekschrift kan indienen voor de onderhands verkoop van een hypothecair verbonden onroerende zaak. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de inhoudelijke beoordeling van het verzoek uitgevoerd en geoordeeld dat het verzoek gegrond is. De rechter heeft bepaald dat de verkoop van de onroerende zaak, gelegen aan een specifiek adres, onderhands kan plaatsvinden volgens de goedgekeurde koopovereenkomst. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.M.P. Drijkoningen.