Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2017
- de mondelinge behandeling op 10 november 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg werd behandeld, heeft de man, eiser, een kort geding aangespannen tegen de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (GI). De man vorderde onder andere de afgifte van stukken uit het dossier van de GI, die betrekking hebben op de ondertoezichtstelling van zijn minderjarige kinderen. De procedure begon met een dagvaarding op 7 november 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 november 2017. De man stelde dat de GI hem niet alle stukken had verstrekt waar hij recht op had, en vorderde dat de GI binnen 24 uur alle relevante documenten zou overhandigen, met een dwangsom voor het geval van niet-naleving.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de GI als bestuursorgaan moet worden aangemerkt en dat het niet ter inzage geven van het volledige dossier aan de man een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de man bezwaar kan maken tegen dit besluit bij de GI. De voorzieningenrechter concludeerde dat er een rechtsgang openstaat bij de bestuursrechter, waardoor de burgerlijke rechter niet bevoegd is om de zaak te beoordelen. Daarom heeft de voorzieningenrechter de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen.
Het vonnis is uitgesproken op 21 november 2017 door mr. J.J.M. Wassenberg en is openbaar gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste rechtsgang in zaken die betrekking hebben op besluiten van bestuursorganen, zoals in dit geval de GI.