Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde partij sub 1] ,wonend [adres gedaagde partij sub 1] ,[woonplaats gedaagde partij sub 1] ,
[gedaagde partij sub 2],
wonend [adres gedaagde partij sub 2] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 2] ,
1.De procedure
- het vonnis in het incident d.d. 14 juni 2017;
- de comparitie van partijen van 24 oktober 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
- Te verklaren voor recht dat [gedaagde partij sub 1] op grond van artikel 6:74 lid 1 BW gehouden is de aanvullende schade te vergoeden welke [eisende partij] dientengevolge heeft geleden, lijdt en nog zal lijden;
- [gedaagde partij sub 1] te veroordelen tot nakoming van de koopovereenkomst op grond van artikel 3:296 lid 1 BW en wel door levering van de auto aan [eisende partij] .
- Te verklaren voor recht dat [gedaagde partij sub 1] op grond van artikel 6:74 lid 1 BW gehouden is de vervangende schade te vergoeden welke [eisende partij] dientengevolge heeft geleden, lijdt en nog zal lijden;
- [gedaagde partij sub 1] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijst van kwijting aan [eisende partij] op grond van artikel 6:74 lid 1 BW te voldoen de door [eisende partij] betaalde restantkoopsom van € 2.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 mei 2016, althans vanaf de opeisbaarheid van dat bedrag, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening.
- Te verklaren voor recht dat [gedaagde partij sub 2] jegens [eisende partij] onrechtmatig heeft gehandeld en derhalve op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de dientengevolge door [eisende partij] geleden en te lijden schade;
- [gedaagde partij sub 2] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] op grond van artikel 6:162 BW te voldoen de door [eisende partij] betaalde restantkoopsom van € 2.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 mei 2015, althans vanaf de opeisbaarheid van dat bedrag, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening.
- Om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] te voldoend de aanvullende schade ex artikel 6:85 BW, welke bestaat uit de gemaakte kosten zijnde een bedrag van € 3.358,00 exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de opeisbaarheid van dit bedrag, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening;
- In de kosten van deze procedure alsmede het nasalaris van de procesadvocaat ad € 131,00 zonder betekening in conventie of reconventie, € 205,00 zonder betekening in conventie en reconventie tezamen, en verhoogd met € 68,00 in geval van betekening onder bepaling dat indien deze proceskosten niet binnen veertien dagen na het wijzen van vonnis zijn voldaan de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd zal zijn.
4.De beoordeling
de mogelijkheidheeft gehad de auto visueel grondig te inspecteren. Hij had dit immers aan [eisende partij] kunnen verzoeken. Het risico voor het niet opmerken van visueel waarneembare gebreken komt dan voor rekening van [eisende partij] .