In deze zaak heeft de kantonrechter op 15 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Wonen Limburg en een gedaagde partij, vertegenwoordigd door een bewindvoerster. Wonen Limburg vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde partij, omdat deze een professionele hennepdrogerij in de huurwoning had ingericht. De gedaagde partij huurde de woning sinds 24 december 2008 en had zich niet gehouden aan de algemene huurvoorwaarden, wat leidde tot de vordering van Wonen Limburg. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij ernstig tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door het houden van een hennepdrogerij, wat in strijd was met de bestemming van de woning. De kantonrechter wees de vorderingen van Wonen Limburg toe, inclusief de ontruiming van de woning en betaling van een schadevergoeding gelijk aan de huurprijs vanaf de datum van ontbinding tot de dag van ontruiming, vermeerderd met rente. De kosten van de procedure werden ook aan de gedaagde partij opgelegd. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.