Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Op 20 november 2008 meldt een medewerkster van het CZ-Zorgkantoor de FIOD een door CZ ontvangen signaal over fraude bij SGL. AWBZ-gelden zouden ten onrechte worden gebruikt voor de aankoop van een manege en warmbloedpaarden. CZ had begin 2007 (van een journalist) en begin 2008 (via de NZa) ook signalen gehad over fraude bij SGL;
De FIOD onderzoekt daarop open bronnen over SGL, [naam stichting] en [naam BV] ;
De FIOD doet op 25 november 2008 navraag bij de Belastingdienst en verneemt dat er van SGL over 2004 een summier controlerapport is, dat in 2007 iemand anoniem heeft gemeld dat SGL op formeel onjuiste gronden een manege zou exploiteren en dat er bij [naam BV] , die de manege zou exploiteren, nog geen boekenonderzoek is geweest.
De FIOD ontvangt op 20 januari 2009 een (op dat moment) anonieme brief uit handen van de voorzitter van het RIEC [naam voorzitter] , onder andere over het uitbaten door [naam BV] van een manege met 44 paarden waarvan er maar één of twee door gehandicapten bereden konden worden. Dit zou tot stand zijn gekomen met geld van SGL. [medeverdachte] zou met geld van SGL op grote schaal onroerend goed hebben gekocht en kostbare kunstvoorwerpen die voorheen bij SGL hingen, in zijn huis hebben hangen.
Na overleg tussen FIOD en Belastingdienst op 22 januari 2009 heeft, vanwege het op dat moment ontbreken van concrete verdenkingen, de Belastingdienst besloten een boekenonderzoek te doen bij SGL.
De FIOD heeft op 8 maart 2010 bij de Belastingdienst geïnformeerd naar de bevindingen van het onderzoek. Daarbij bleek dat er geen voortgang in het boekenonderzoek zat, waarbij de Belastingdienst de indruk had dat het onderzoek door SGL onnodig werd vertraagd en opgehouden.
Op 8 juni 2010 kwam er een anonieme brief, naar achteraf blijkt afkomstig van [getuige 2] , binnen bij deBelastingdienstover [naam BV] , die voor de Belastingdienst reden was om bij [naam BV] een boekenonderzoek in te stellen.
Via [naam voorzitter] werd medio juni 2010 bekend dat [getuige 2] de schrijver was van de anonieme brief. De FIOD besluit vervolgens op 27 augustus 2010 in overleg met het Openbaar Ministerie, mede omdat het boekenonderzoek werd tegengewerkt, om [getuige 2] en [getuige 3] (de verkoper van de manege aan [naam stichting] ) te horen. Dit is op 2 en 23 september 2010 gebeurd. [getuige 2] doet tijdens zijn verhoor aangifte van valsheid in geschrifte en verduistering tegen [medeverdachte] .
In november 2010 vond er een bijeenkomst plaats tussen OM, FIOD en Belastingdienst, waarbij door de (contactambtenaar van de) Belastingdienst informatie werd uitgewisseld met de FIOD.
Het voorgaande leidde tot een verdenking in maart 2011. De zaak is daarop aangemeld in het Tripartite Overleg. Deze overleggen vonden plaats op 7 april 2011 en 9 juni 2011. In het overleg van 9 juni 2011 werd besloten tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek, waarna in oktober 2011 het onderzoeksteam Mustang werd gevormd.