Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedures
In de zaak met nummer C/03/240104 / KG ZA 17-465
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende voorwaardelijke vermeerdering van eis in conventie, en conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 18 oktober 2017 met producties 20 tot en met 24;
- de brief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 19 oktober 2017 met producties 25 tot en met 27;
- de mondelinge behandeling.
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de brief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 18 oktober 2017 met producties 20 tot en met 24;
2.De feiten
In beide zaken
27 juli 2016 overwogen dat nu partijen tijdens de comparitie van 25 januari 2016 volledige overeenstemming bereikt hebben over de wijze van verdeling van de kunstcollectie op grond van het bepaalde in artikel 3:185 BW er geen taak voor de rechtbank meer is weggelegd. Partijen zijn tijdens die comparitie – zakelijk weergegeven en voor zover in het kader van dit geschil van belang – onder meer het volgende overeengekomen. De verdeling van de kunstcollectie zal plaatsvinden conform het voorstel zoals opgenomen onder punt 35 van de dagvaarding in de procedure die heeft geleid tot het eindvonnis. Dat voorstel houdt – zakelijk weergegeven – in dat partijen in plaats van het vragen van een oordeel van de rechtbank over de verdeling van alle 1.100 kunstobjecten, een procedure over de wijze van verdeling overeenkomen, in plaats van een feitelijke verdeling. Namens ieder van partijen zal één vertegenwoordiger onderhandelen over de verdeling van de kunstobjecten. Deze twee onderhandelaren worden aangeduid als “de deskundigen.” Namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal de heer Defauwes optreden en namens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de heer Janmaat. Deze deskundigen zullen overgaan tot verdeling van de kunstobjecten, waarbij aan het einde van de verdeling ieder van partijen een collectie overhoudt met een gelijke waarde. Indien toch één van partijen is overbedeeld, dient deze de helft van dat bedrag aan de ander te voldoen. Een nader aan te wijzen derde – iemand die verbonden is aan het veilinghuis Sotheby’s of Christie’s te Londen – adviseert bindend, indien de deskundigen geen overeenstemming kunnen bereiken over toedeling van een bepaald kunstobject.
3.Het geschil in conventie
hypotheeklasten niet aan de hypotheekhouder (Van Lanschot). Deze lasten worden nu automatisch door Van Lanschot van het doorlopend krediet geïnd. Doch ook het doorlopend krediet wordt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aangevuld, zodat het bedrag van het krediet maandelijks oploopt met de rente van 11,25% plus het bedrag van de uit dit krediet betaalde hypotheeklasten.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in de zaak met nummer C/03/240104 / KG ZA 17/465 inconventie
hypotheek gevestigd op de woning van partijen te [plaats] . Omdat er sinds enige tijd niet meer wordt afgelost op de schulden bij Van Lanschot dreigt een executieverkoop van de woning te [plaats] .
geconstateerddat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf 1 april 2015 de lasten van de woning te [woonplaats] draagt en dat hij de lasten van de woning te [plaats] draagt. Het proces-verbaal vermeldt geen afspraken over de interne draaglastverdeling ten aanzien van de woningen te Maastricht en [plaats] .
regresvordering op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betreft omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meer dan zijn aandeel in de schuld jegens Van Lanschot zou hebben betaald. Kennelijk – duidelijk is dat niet – heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] willen stellen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onrechtmatig jegens hem handelt doordat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aandeel in de schuld jegens Van Lanschot niet betaalt. Die stelling moet als onvoldoende onderbouwd worden verworpen. Indien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aandeel in die schulden niet betaalt, betekent dat niet zonder meer dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onrechtmatig jegens hem handelt, ook niet indien dat, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt, ertoe zou leiden dat Van Lanschot overgaat tot de executoriale verkoop van de woning te [plaats] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ook niet gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou handelen met de opzet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te benadelen door haar aandeel in de schulden niet te voldoen. In dat verband is bovendien nog van belang dat vast staat dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wel de schulden en de kosten met betrekking tot de woning te [woonplaats] voor haar rekening neemt.
executoriale beslag van 10 augustus 2017 dient ter inning van de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wegens overbedeling als ook ter verzekering van de inning van mogelijk te verbeuren dwangsommen (tot een maximum van € 50.000,--).