In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 8 november 2017, hebben drie eisende partijen, allen voormalig werknemers van DSM/SABIC, een vordering ingesteld tegen Pensioenfonds Sabic. De eisende partijen, die hun pensioenrechten hadden opgebouwd, waren het niet eens met de door het pensioenfonds doorgevoerde wijziging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar. De kantonrechter oordeelt dat de waardeoverdracht die door Pensioenfonds Sabic is doorgevoerd, nietig is. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 83 van de Pensioenwet, dat bepaalt dat een deelnemer bezwaar kan maken tegen een collectieve waardeoverdracht. De eisende partijen hadden bezwaar gemaakt, maar het pensioenfonds heeft desondanks de waardeoverdracht doorgevoerd. De kantonrechter concludeert dat de aanspraken op ouderdomspensioen worden aangetast wanneer de ingangsdatum van het pensioen vervroegd wordt naar 65 jaar, wat in strijd is met de wet. De kantonrechter wijst de vorderingen van de eisende partijen toe en veroordeelt Pensioenfonds Sabic om de waardeoverdracht terug te draaien zonder financieel verlies voor de eisende partijen. Daarnaast worden de proceskosten aan de zijde van de eisende partijen vergoed.