In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 25 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] een loonvordering heeft ingesteld tegen zijn werkgever Match International B.V. en de vermeende opvolger Labourflex B.V. De eiser, die sinds 2004 in dienst is bij Match, vorderde betaling van achterstallig loon en vakantiebijslag, en stelde dat er sprake was van een overgang van onderneming op 1 april 2017, waardoor Labourflex verantwoordelijk zou zijn voor zijn loon. Match betwistte deze overgang en stelde dat de verplichtingen jegens [eiser] op Labourflex rusten. Labourflex ontkende de overname en stelde dat slechts een beperkt aantal medewerkers van Match in dienst zijn genomen. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende zekerheid was dat er daadwerkelijk sprake was van een overgang van onderneming. Hierdoor werd de vordering jegens Labourflex afgewezen en werd Match veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en de buitengerechtelijke kosten. De proceskosten werden aan Match opgelegd, terwijl de kosten tussen [eiser] en Labourflex werden gecompenseerd. De uitspraak benadrukt de bescherming van werknemers bij een overgang van onderneming en de noodzaak voor werkgevers om duidelijkheid te verschaffen over hun verantwoordelijkheden.