In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 25 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Match International B.V. [eiser] vorderde betaling van loon en andere vergoedingen van zijn werkgever, Match, die hij beschuldigde van het niet doorbetalen van loon na een ziekteperiode. Match stelde dat er sprake was van een overgang van onderneming naar Labourflex B.V., waardoor zij niet langer verantwoordelijk zou zijn voor de loonbetalingen aan [eiser]. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van Match dat er een overgang van onderneming had plaatsgevonden. De rechter concludeerde dat [eiser] nog steeds in dienst was van Match en dat deze laatste verplicht was om het loon door te betalen. De loonvordering van [eiser] werd toegewezen, met uitzondering van de vakantiebijslag en niet opgenomen vakantiedagen, omdat deze niet opeisbaar waren. Daarnaast werd Match veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.