Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2], in haar hoedanigheid van voormalig lid van de inmiddels ontbonden maatschap [naam ontbonden maatschap] ,
[gedaagde sub 3], in haar hoedanigheid van voormalig lid van de inmiddels ontbonden maatschap [naam ontbonden maatschap] ,
1.De procedure
- de dagbepaling van comparitie van 12 april 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 13 juni 2017.
2.De feiten
7. Koopprijs
Bespreking cliënt(en)” heeft gehad en dat de betreffende “
Gewerkte tijd 01:35” bedraagt. De notaris heeft inzake het passeren van de (bovenstaande) akte op 22 januari 2014 “
01:10” aan gewerkte tijd geregistreerd.
3.Het geschil
primaireen verklaring van recht dat [gedaagden] c.s., althans de notaris en [gedaagde sub 2] , althans de notaris, onrechtmatig jegens [eiseres] heeft, dan wel hebben gehandeld door niet de zorgvuldigheid te hebben betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsoefenaar mocht worden verwacht,
subsidiaireen verklaring van recht dat [gedaagden] c.s., althans [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] , toerekenbaar te kort zijn geschoten jegens [eiseres] doordat zij bij de uitvoering van de opdracht niet de zorgvuldigheid hebben betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsoefenaar mocht worden verwacht,
primair en subsidiairde hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] c.s., althans de notaris en [gedaagde sub 2] , tot betaling van € 1.147.056,75, vermeerderd met rente en kosten.
4.De beoordeling
Betreffende de primaire vordering
Voorafgaand aan het passeren van de akte van 22 januari 2014 heb ik twee ontmoetingen van telkens een uurtje gehad met de notaris. De eerste ontmoeting had plaats enkele weken voor 22 januari 2014. Behalve ikzelf en de notaris was toen ook aanwezig dhr. [naam hypotheeknemer] . Toen is besproken dat er de noodzaak was om kapitaal aan te trekken voor de vennootschap van dhr. [naam hypotheeknemer] . De notaris zei toen dat de bank een verschuiving eiste van het aandelenpakket. Enkele dagen daarna heeft een vervolgbijeenkomst plaatsgehad tussen dezelfde personen. Toen is de definitieve vorm van de akte door de notaris besproken, toegespitst en uitgewerkt. Met name is toen toegelicht welk bedrag ik maandelijks op grond van de geldlening ging krijgen. Dat was een bedrag van een kleine € 11.000 per maand als terugbetaling vanwege de geldlening. Tijdens de bijeenkomsten met de notaris heeft deze genoemd dat de hypothecaire zekerheden eraf gingen. Daar is toen niet diepgaand over gesproken en de notaris heeft er niet voor gewaarschuwd dat de hypothecaire zekerheden eraf gingen. Ik heb heel wat akten bij notaris [gedaagde sub 1] laten passeren en mijn vertrouwen in hem was groot. Ik had langjarige contacten met notaris [gedaagde sub 1] . De consequenties van het passeren van de akte van 22 januari 2014 waren voor mij niet te overzien. Het ging mij boven de pet. Na beide voornoemde bijeenkomsten bij de notaris zou de concept-akte worden doorgemaild. Wat mij betreft is het concept gemaild naar een e-mailadres waar ik niet bij kon. Ik heb de concept-akte voorafgaand aan het passeren van de akte om die reden niet gelezen. Vervolgens is de akte gepasseerd. Ik ben daarbij aanwezig geweest. Bij die gelegenheid heeft de notaris mij geen uitleg gegeven over de inhoud van de akte.”
hypothecaire zekerheden eraf gingen”. Dat er over de inhoud van de akte overleg is geweest volgt ook uit de onder 2.5. genoemde urenspecificatie van de notaris en de akte zelf. Het tijdsbestek van deze overleggen maakt dat er substantieel overleg moet hebben plaatsgevonden. De notaris heeft bovendien onweersproken op de comparitie van partijen aangevoerd:
Het kan niet anders dan dat dhr. [naam bestuurder eiseres] van de inhoud van de akte kennis heeft genomen. Op zijn verzoek is een speciale regeling in de akte opgenomen in geval van wanbetaling door de schuldenaar. Op 22 januari 2014, voor het passeren van de akte, heb ik met dhr. [naam bestuurder eiseres] de inhoud van de akte uitvoerig mondeling besproken. Ik heb hem ook op de risico’s gewezen. Dat laatste is waarschijnlijk gebeurd bij de tweede bijeenkomst waarover ik hiervoor sprak. In beide bijeenkomsten voordat de akte werd gepasseerd, heb ik met dhr. [naam bestuurder eiseres] besproken dat de hypothecaire zekerheid eraf zou gaan.” Dat [eiseres] niet van de conceptakte voor het passeren van de akte op 22 januari 2014 kennis zou hebben genomen is derhalve evenmin gebleken. Het in de dagvaarding gestelde verwijtbaar handelen van de notaris en de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden zijn reeds daardoor onvoldoende onderbouwd.
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)