Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 101,05
- griffierecht 117,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht HOIST KREDIT AB, gevestigd te Stockholm, Zweden, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van openstaande facturen voor geleverde energie, nadat de gedaagde partij per 1 juni 2016 uit de huurwoning was vertrokken. De kantonrechter oordeelde dat het vertrek uit de huurwoning niet automatisch leidde tot de beëindiging van de overeenkomst met de energieleverancier, Essent Retail Energie BV. De gedaagde partij had de overeenkomst niet opgezegd en was derhalve gehouden om de openstaande bedragen te voldoen tot de ontbinding van de overeenkomst wegens wanbetaling op 19 augustus 2016.
De kantonrechter overwoog dat de gedaagde partij niet voldoende bewijs had geleverd dat de meterstanden waren doorgegeven aan de energieleverancier, en dat de overeenkomst pas eindigde door de beëindiging door de eisende partij. De vordering van de eisende partij werd toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 338,05 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.