Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
STICHTING PERGAMIJN,
1.De procedure
- het op 30 augustus 2016 ingekomen verzoekschrift, met bijlagen;
- de op 23 september 2016 ingekomen akte wijziging en vermeerdering verzoek/nevenvorderingen, met bijlagen;
- het op 3 oktober 2016 ingekomen verweerschrift, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling die is gehouden op 13 oktober 2016;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door [werkneemster] overgelegde producties.
2.De feiten
zelf eens naar de balans wil kijken en wilt opmaken”.
Mevrouw [werkneemster] heeft mede op advies van haar behandelaar aangegeven dat ze omwille van haar gezondheid een stapje terug wil doen qua functie. (…)In het belang van haar herstel is het wel belangrijk dat er snel duidelijk gaat worden wat haar nieuwe functie op termijn binnen de organisatie gaat worden. Daarbij zal in acht genomen moeten worden dat ze eerst in een ondersteunende rol op therapeutische basis zal gaan re-integreren, voordat ze daadwerkelijk in een rol in de verzorging kan gaan participeren. Bij het vinden van een nieuwe werkplek zal er ook rekening gehouden moeten worden met het feit dat mevrouw [werkneemster] bekend is met fysieke klachten, waardoor ze niet kan worden ingezet op zwaardere groepen waar meer zware fysieke verzorgingstaken komen kijken.”
“de prognose voor volledig herstel in eigen werk somber[is]
(maar niet per definitie uitgesloten)”en voorts dat “
Het eigen werk []momenteel niet geschikt[is]
wegens een burn out.”
Er zijn meerdere passende functies binnen Pergamijn aan te wijzen al zullen de kansen op vacatures toch het grootst zijn in de uitvoerende zorg. Daarbij moet rekening worden gehouden met fysieke beperkingen. Uit overleg met de bedrijfsarts is gebleken dat deze klachten aannemelijk en structureel zijn. Werken als senior cliëntbegeleider met meer begeleidende dan verzorgende aspecten (bijvoorbeeld op een sociowoning), met een goede opbouw in uren, is mogelijk haalbaar.(…)”.
3.De stellingen van partijen
4.De beoordeling
bijzondermoeilijk waren; het ging niet om als zwaar gekwalificeerde groepen. De gang van zaken was aldus dat er een vacature was voor teamleidster op die groepen waarop [werkneemster] heeft gesolliciteerd. Het is niet zo dat [werkneemster] door Pergamijn welbewust op moeilijke groepen is gezet. [werkneemster] was volgens Pergamijn gewoonweg niet geschikt voor de functie van teamleidster.
jobcarvingeen passende functie voor haar had moeten creëren, niet. In het algemeen geldt op dit punt dat op grond van de omstandigheden van de werkgever een grotere inspanning verwacht mag worden, bijvoorbeeld als de werkgever een verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de werknemer wegens ziekte is uitgevallen. In het voorgaande is evenwel reeds geoordeeld dat dit hier niet is komen vast te staan. Evenmin is komen vast te staan dat Pergamijn [werkneemster] ongeoorloofd onder druk heeft gezet de functie van teamleidster op te geven. Anders dan [werkneemster] heeft gesteld, getuigt het niet van slecht werkgeverschap om het functioneren als teamleidster te betrekken bij de re-integratie(doelstelling). Het komt eerder open en eerlijk voor, ook al is dat op dat moment pijnlijk voor [werkneemster] . [werkneemster] heeft voor het overige onvoldoende onderbouwd gesteld waarom van Pergamijn redelijkerwijs verwacht had mogen worden een passende functie te creëren.