Op 10 november 2016 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven in de zaak tussen [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek], vertegenwoordigd door mr. C.C. Berends, en GGN Bewindvoering, vertegenwoordigd door mr. R.A. Wijnands. De zaak betreft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] als zorgverlener, die in dienst was van [belanghebbende], bekostigd door een PGB-budget. [Belanghebbende] heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2017, onder verwijzing naar een onoverbrugbaar verschil van inzicht over de uitvoering van de werkzaamheden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Ondanks het verweer van [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek], die de reden van [belanghebbende] erkent, heeft de kantonrechter geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor ontbinding. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 januari 2017 en bepaald dat GGN het loon tot die datum doorbetaalt, inclusief vakantietoeslag. Tevens is besloten dat de proceskosten in beide procedures worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.