ECLI:NL:RBLIM:2016:9626

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 oktober 2016
Publicatiedatum
8 november 2016
Zaaknummer
C/03/226624A / KG ZA 16-505
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis wegens onjuiste datum in civiele procedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 31 oktober 2016 een vonnis gewezen. Na het vonnis heeft de advocaat van de eiser, mr. M.C.G. Nijssen, telefonisch verzocht om verbetering van het vonnis. Dit verzoek was gericht op het corrigeren van een kennelijke typefout in de rechtsoverwegingen en het dictum van het vonnis, waarbij de datum 1 oktober 2015 ten onrechte was vermeld in plaats van 1 oktober 2016. De advocaat van de gedaagden, mr. L.H. Dierx, heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, wat de voorzieningenrechter in staat stelde om het verzoek tot verbetering toe te wijzen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de typefout eenvoudig te herstellen was en heeft de nodige correcties doorgevoerd. In de beslissing is bepaald dat de foutieve datums in de rechtsoverwegingen 3.1. en 4.4. en in het dictum onder 5.2. moeten worden gewijzigd van 1 oktober 2015 naar 1 oktober 2016. Tevens is gelast dat deze verbetering op de minuut van het oorspronkelijke vonnis wordt vermeld, met de datum van 9 november 2016. De partijen zijn opgedragen om, indien zij dat nog niet hadden gedaan, de ontvangen afschriften van het oorspronkelijke vonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/226624 / KG ZA 16-505
Herstelvonnis van 7 november 2016
in de zaak van
[eiser],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. M.C.G. Nijssen,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagden,
advocaat mr. L.H. Dierx.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Op telefonisch verzoek van mr. Nijssen is namens [eiser] de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 31 oktober 2016 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat
  • daar waar in r.o. 3.1. tweede gedachtenstreepje de datum 1 oktober 2015 staat de datum 1 oktober 2016 moet zijn bedoeld,
  • daar waar in r.o. 4.4 de datum 1 oktober 2015 staat de datum 1 oktober 2016 moet zijn bedoeld,
  • daar waar in het dictum onder 5.2. tot tweemaal toe de datum 1 oktober 2015 staat, tweemaal de datum 1 oktober 2016 moet zijn bedoeld.
1.2.
Mr. Dierx heeft de voorzieningenrechter laten weten namens [gedaagden] geen bezwaar te hebben tegen de gevraagde wijziging van het vonnis doordat hij het aan hem verstrekt afschrift van het vonnis van 31 oktober 2016 reeds heeft geretourneerd voor het herstel.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis van 31 oktober 2016 sprake is van een kennelijke typefout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat in de rechtsoverwegingen 3.1. en 4.4. en in het dictum onder 5.2. van het op 31 oktober 2016 tussen [eiser] en [gedaagden] gewezen vonnis, waar staat
“1 oktober 2015”
telkens wordt gewijzigd in
“1 oktober 2016”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 9 november 2016 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 31 oktober 2016,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 31 oktober 2016 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB