In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 31 oktober 2016 een vonnis gewezen. Na het vonnis heeft de advocaat van de eiser, mr. M.C.G. Nijssen, telefonisch verzocht om verbetering van het vonnis. Dit verzoek was gericht op het corrigeren van een kennelijke typefout in de rechtsoverwegingen en het dictum van het vonnis, waarbij de datum 1 oktober 2015 ten onrechte was vermeld in plaats van 1 oktober 2016. De advocaat van de gedaagden, mr. L.H. Dierx, heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, wat de voorzieningenrechter in staat stelde om het verzoek tot verbetering toe te wijzen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de typefout eenvoudig te herstellen was en heeft de nodige correcties doorgevoerd. In de beslissing is bepaald dat de foutieve datums in de rechtsoverwegingen 3.1. en 4.4. en in het dictum onder 5.2. moeten worden gewijzigd van 1 oktober 2015 naar 1 oktober 2016. Tevens is gelast dat deze verbetering op de minuut van het oorspronkelijke vonnis wordt vermeld, met de datum van 9 november 2016. De partijen zijn opgedragen om, indien zij dat nog niet hadden gedaan, de ontvangen afschriften van het oorspronkelijke vonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter.