Op 4 februari 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die was veroordeeld voor het medeplegen van hennepteelt en diefstal van stroom. De rechtbank heeft de verdachte, die bijgestaan werd door mr. M.R.H. Meijer, veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Daarnaast is er een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel gedaan, waarbij het bedrag van 45.000 euro is vastgesteld. De officier van justitie had aanvankelijk een hoger bedrag van 103.823 euro gevorderd, gebaseerd op de verkoop van hennepstekken, maar de rechtbank heeft de verklaring van de verdachte als geloofwaardig beoordeeld. De verdachte had verklaard dat hij 45.000 euro had verdiend met de verkoop van hennepstekken, na aftrek van kosten en het delen van de opbrengst met een financier. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en het bedrag van 45.000 euro als het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H.M.E. de Beukelaer.