3.2.Op grond van het vorenstaande vordert Lumovenis, na wijziging van haar eis, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad:
A. MSB Atrium-Orbis en Zuyderland gezamenlijk dan wel een van beide veroordeelt om:
i. op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of gedeelte daarvan met een maximum van € 75.000,-- aan Lumovenis voor behandeling (spreekuur en operatie) toe te wijzen, ten minste 0,6/7,8 van het totaal aantal patiënten dat zich in het Zuyderland voor onderzoek en/of behandeling bij de vakgroep oogheelkunde meldt en in te plannen op de dagdelen waarop [naam oogarts] in het Zuyderland werkzaam is, waarbij bepaald wordt dat MSB en/of het Zuyderland van deze verplichting in enige maand ontheven zal zijn wanneer toewijzing van het aantal patiënten in die betreffende maand volgens deze breuk ertoe leidt dat in enig spreekuur meer dan 45 patiënten per dag gezien worden of wanneer dat in enig ok-dagdeel leidt tot planning van meer dan 10 cataracten, of meer dan 4 cataracten en 20 intravitreale injecties;
op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of gedeelte daarvan met een maximum van € 75.000,-- bij het opstellen van de roosters aan Lumovenis evenveel zeggenschap geeft als ieder ander lid van de vakgroep oogheelkunde, door de planningen ten minste drie maanden tevoren en in overleg met Lumovenis vast te stellen;
om ten behoeve van de vakgroep per 1 augustus 2016 of een door de voorzieningenrechter een optometrist/nurse practitioner in te zetten op dezelfde voorwaarden als het geval was toen [naam maat 1] en [naam maat 2] nog aan het ziekenhuis waren verbonden, onder bepaling dat als MSB en/of het Zuyderland in gebreke blijft, bij wijze van voorschot op de aan Lumovenis te vergoeden schade, maandelijks € 2.000,-- althans een de voorzieningenrechter te bepalen bedrag, aan Lumovenis dient te betalen;
op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of gedeelte daarvan met een maximum van € 75.000,-- medewerking te verlenen aan een eventuele overdracht van de opdracht van Lumovenis aan een derde, al dan niet zijnde Regiopraktijk, door duidelijkheid te verschaffen over waarop haar standpunt is gebaseerd dat de opdracht van Lumovenis niet 0,6 fte maar slechts 0,3 fte groot is en een Ledenovereenkomst te sluiten met een eventuele koper van de opdracht van Lumovenis die voldoet aan de in de Samenwerkingsovereenkomst en de Ledenovereenkomst gestelde eisen;
volledige medewerking te verlenen aan een eventuele overdracht van de opdracht van Lumovenis aan een derde, althans een dergelijke overdracht te faciliteren voor zover dat in het kader van de overdracht geboden is;
B) Zuyderland veroordeelt om zich op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per keer, met een maximum van € 100.000,--, zich te onthouden van inmenging in gesprekken, en het frustreren van onderhandelingen die Lumovenis met andere partijen dan Regiopraktijk voert over samenwerking, ongeacht of daarbij tevens sprake is van een overdracht van de opdracht indien en voor zover die inmenging niet gebaseerd is op objectief bepaalbare kwalificaties als bedoeld in artikel 1 van de Samenwerkingsovereenkomst en die het bestuur van MSB en de Raad van Bestuur van het Zuyderland samen hebben vastgesteld;
C) MSB Atrium-Orbis en Zuyderland veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris en verschotten van de advocaat van eiser, alsmede in de wettelijke rente over deze kosten vanaf twee dagen na het te dezen te wijzen vonnis.