ECLI:NL:RBLIM:2016:8984
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen voorbereidingshandelingen Opiumwet en opzettelijk aanwezig hebben van XTC
Op 14 oktober 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine/MDMA/tenamfetamine/N-ethyl MDA en het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid XTC. De verdachte werd bijgestaan door mr. B.G.J. de Rooij. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de zittingen van 29 en 30 september 2016, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewijs voor de tenlastelegging, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de voorbereidingshandelingen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte als bestuurder van een bus betrokken was bij het vervoer van chemicaliën, niet bewezen kon worden dat hij op de hoogte was van de inhoud van de bus. Evenzo werd de verdachte vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben van XTC, omdat niet kon worden aangetoond dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs in zijn woning. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld op basis van de omstandigheden en de verklaringen van de betrokkenen.
De rechtbank besloot tot vrijspraak van beide tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van 2.425 euro aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters S.V. Pelsser, A.K. Kleine en K.J.H. Hoofs, in aanwezigheid van griffier mr. H.M.E. de Beukelaer.