ECLI:NL:RBLIM:2016:8983
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen voorbereidingshandelingen 10a Opiumwet
Op 14 oktober 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, waaronder amfetamine en MDMA. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 en 30 september 2016, waarbij de verdachte op de eerste zitting aanwezig was, maar op de tweede zitting niet. De officier van justitie vorderde dat de verdachte gedeeltelijk werd vrijgesproken van de tenlastelegging met betrekking tot de locatie in Eindhoven, maar dat de onderdelen betreffende de locaties in Lomm en Roermond bewezen verklaard zouden worden. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de verschillende locaties.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de opslag van goederen en stoffen in Eindhoven en Lomm, en sprak de verdachte vrij van deze onderdelen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op enige wijze betrokken was bij de voorhanden hebben van de aangetroffen stoffen in de garagebox in Eindhoven of het bedrijfspand in Lomm. Wat betreft de locatie in Roermond, oordeelde de rechtbank dat de verklaring van een medeverdachte onvoldoende steunbewijs bood voor de betrokkenheid van de verdachte, waardoor ook hier vrijspraak volgde. De rechtbank sprak de verdachte in zijn geheel vrij van het tenlastegelegde.