Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
op enig moment voorhandenhebben van de chemicaliën en goederen welke uiteindelijk op de locaties in Eindhoven, Lomm en Roermond zijn aangetroffen.
- 4 kunststof kruiken/kannen van 5 liter met vermoedelijk methanol;
- 19 blauwe vaatjes van 25 liter met vermoedelijk aceton;
- 20 zakken van 25 kilogram inhoudende caustic soda;
- 40 zwarte vaatjes van 25 liter, volgens de brandweer inhoudende een zuur mogelijk zoutzuur.
- 19 jerrycans van 25 liter gevuld met resten van een zure vloeistof met een amfetamine geur;
- 40 jerrycans van 25 liter met het opschrift M, allen geheel gevuld met in totaal 1000 liter een heldere zure vloeistof geur mierenzuur;
- 40 jerrycans van 25 en 30 liter met het opschrift ZZ, allen geheel gevuld een rokende zure vloeistof-zoutzuur met in totaal 990 liter zoutzuur;
- 101 zakken van 25 kilogram met in totaal 2525 kilogram Caustic Soda.
4.De strafbaarheid
5.De straf en/of de maatregel
6.De wettelijke voorschriften
7.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van