ECLI:NL:RBLIM:2016:8815

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 oktober 2016
Publicatiedatum
12 oktober 2016
Zaaknummer
03/7000136-15 en 03/165713-14 (VTVV), 03/700577-14, 03/700273-15, 03/700559-15, 03/866028-16, 03/094038-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens mishandeling, bedreiging, heling en andere strafbare feiten

In deze strafzaak heeft de rechtbank Limburg op 12 oktober 2016 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan 17 strafbare feiten. De verdachte heeft onder andere zijn toenmalige vriendin mishandeld, haar bedreigd met een misdrijf tegen het leven en haar gedwongen zich uit te kleden en naakt over straat te lopen. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan verschillende vermogensdelicten, waaronder heling van een bromfiets en kentekenplaat, en vernieling. Tijdens zijn aanhouding heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan wederspannigheid en belediging van politieambtenaren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 205 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tijdens de proeftijd moet de verdachte zich laten opnemen in De Woenselse Poort en meewerken aan een ambulante behandeling indien deze door de behandelaars geïndiceerd wordt. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat de redelijke termijn voor berechting is overschreden. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en de rechtbank heeft de impact van zijn gedrag op de slachtoffers zwaar meegewogen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700136-15 en 03/165713-14 (VTVV), 03/700577-14, 03/700273-15, 03/700559-15, 03/866028-16, 03/ 094038-14
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 oktober 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats 1] , [adres 1] ,
thans verblijvende in De Woenselse Poort te 5626 ND Eindhoven, dr. Poletlaan 86.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.T.G. van Wandelen, advocaat kantoorhoudende te Utrecht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 september 2016. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Parketnummer 03/700136-15
Feit 1: een kentekenplaat heeft geheeld
Feit 2: een bromfiets heeft geheeld, dan wel heeft gestolen
Feit 3: zich met geweld heeft verzet tegen politieambtenaren in functie
Feit 4: politieambtenaren in functie heeft beledigd
Feit 5: een bromfiets heeft bestuurd terwijl hij wist dat hij geen geldig rijbewijs had
Feit 6: gevaar op de weg heeft veroorzaakt en het verkeer op de weg heeft gehinderd
Parketnummer 03/700577-14
Feiten 1, 2 en 3: zijn levensgezel [slachtoffer 1] heeft bedreigd, mishandeld en heeft gedwongen zich uit te kleden en naakt over straat te lopen
Feit 4: een mobiele telefoon van de ING bank heeft vernield
Feit 5: [slachtoffer 1] heeft bedreigd, dan wel heeft gedwongen iets te doen
Feit 6: [slachtoffer 1] heeft geïntimideerd met betrekking tot de door haar afgelegde verklaring
Parketnummer 03/700273-15
Feit 1: met anderen een inbraak in een bedrijfspand heeft gepleegd
Feit 2: een wapen voorhanden heeft gehad
parketnummer 03/700559-15
Feit 1: een snorfiets heeft geheeld
Feit 2: een snoepdisplay van de Esso Brunssum heeft vernield
Feit 3: hoofdagent [verbalisant 1] heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven
Feit 4: lokaalvredebreuk heeft gepleegd in de Fair Play
parketnummer 03/866028-16
een portemonnee, rijbewijs, id-kaart, verblijfsvergunning, bankpassen en geld van [slachtoffer 2] heeft verduisterd dan wel heeft geheeld
parketnummer 03/094038-14
huisvredebreuk heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 3]

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 03/700136-15
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het tenlastegelegde onder 1 en 2 bewezen kan worden verklaard. De verdachte heeft de bromfiets gekocht van een persoon wiens naam hij niet kent en hij moest slechts 50 euro aanbetalen.
De feiten 3 t/m 5 heeft de verdachte bekend en kunnen derhalve bewezen worden verklaard.
Met betrekking tot het onder 6 tenlastegelegde heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de ontkenning van verdachte niet overtuigend is. In de visie van de verdachte hebben de personen op het bankje geen gevaar gelopen. De verdachte heeft evenwel verzuimd om de personen die bij het incident betrokken waren te doen oproepen als getuigen om op de terechtzitting een verklaring af te leggen.
Parketnummer 03/700577-14
De verdachte heeft op de terechtzitting bekend de onder 1 tenlastegelegde woorden te hebben gebezigd omdat hij boos was. Het tenlastegelegde kan derhalve bewezen worden verklaard.
Het onder 2 tenlastegelegde kan eveneens bewezen worden verklaard, gelet op het letsel dat het slachtoffer heeft opgelopen en de verklaring van de verdachte dat een strubbeling heeft plaatsgevonden.
Het onder 3 en 4 tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard, gelet op de bekennende verklaring en de aangiften.
Van het onder 5 tenlastegelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Het onder 6 tenlastgelegde kan bewezen worden verklaard, gelet op de (aanvullende) getuigenverklaringen.
Parketnummer 03/700273-15
Het onder 1 tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard. Er is een peuk aangetroffen en de verdachte heeft het op de terechtzitting door hem geschetste alternatieve scenario niet onderbouwd. Hij noemt immers geen namen van de personen die hem de schuld in de schoenen zouden willen schuiven.
Van het onder 2 tenlastegelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs.
parketnummer 03/700559-15
De verdachte heeft ter terechtzitting meermalen verklaard ervaring te hebben in het stelen van bromfietsen en auto’s. Hij moet hebben gezien dat de sleutel niet goed paste in het slot van de bromfiets. De verdachte moet hebben geweten dat de bromfiets was gestolen. Het onder 1 tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard.
Gelet op de aangiften en de bekennende verklaring van de verdachte kunnen de onder 2 tot en met 4 tenlastegelegde feiten bewezen worden verklaard.
parketnummer 03/866028-16
Het onder primair tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard. De verdachte heeft immers van de vondst van de goederen niet direct melding gedaan bij de politie.
parketnummer 03/094038-14
Gelet op de aangifte en de verklaring van de getuige [getuige] kan het tenlastegelegde bewezen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geconcludeerd tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten: 1 en 2 van het parketnummer 03/700136-15, 1, 5 en 6 van het parketnummer 03/700577-14, 1 en 2 van het parketnummer 03/700273-15, 1, 3 en 4 van het parketnummer 03/700559-15 en het feit van het parketnummer 03/866028-16 op de door haar in haar pleitnota, welke aan dit vonnis is aangehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd, opgenomen gronden.
Voor wat betreft de overige tenlastegelegde feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is evenals de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat de verdachte van het tenlastegelegde onder 5 primair en subsidiair met parketnummer 03/700577-14 en onder 2 van parketnummer 03/700273-15 dient te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot de overige tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank het volgende.
parketnummer 03/700136-15 [1] Feiten 1 en 2:
Op 16 maart 2015 doet [slachtoffer 4] aangifte van diefstal van zijn bromfiets die hij die dag om 14.30 uur bij het tankstation aan de Brunssummerweg in Landgraaf had gezet. Hij had zijn bromfiets afgesloten met het stuurslot. Om 14.40 uur kwam hij terug en was zijn bromfiets weg. Het betrof een zwarte Yamaha Aerox met het kenteken [kenteken 1] . [2]
Op 31 januari 2015 doet [naam aangever 1] aangifte van diefstal van de kentekenplaat van zijn scooter. Nadat hij die dag om 14.00 uur thuis was gekomen zag hij dat de kentekenplaat van zijn scooter verdwenen was. Hij is tussen 12.45 uur en 14.00 uur op de Markt in Geleen geweest en bij de supermarkt in Born. Dit zijn de enige twee locaties waar de kentekenplaat gestolen kan zijn. Het kenteken van de scooter was [kenteken 2] . [3]
Ter terechtzitting van 28 september 2016 heeft de verdachte meerdere keren aangegeven ervaring te hebben met het stelen van auto’s en bromfietsen. Over de Yamaha Aerox heeft de verdachte op de terechtzitting verklaard dat hij de bromfiets heeft gekocht voor € 50,- van een jongen die hij niet kende en dat hij bij de aankoop zag dat het contactslot kapot was.
De rechtbank overweegt dat de verdachte, die zichzelf een ervaringsdeskundige acht op het gebied van de diefstal van auto’s en bromfietsen, door te handelen als hij heeft gedaan de kans op de koop toe heeft genomen dat de bromfiets en de kentekenplaat van diefstal afkomstig waren toen hij deze verwierf.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte een kentekenplaat en een bromfiets heeft geheeld.
Feit 3, 4, 5 en 6:
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank de feiten 3 t/m 6 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de zitting van 28 september 2016 ten aanzien van de feiten 3 t/m 5;
- het proces-verbaal van bevindingen [4] .
Parketnummer 03/700577-14 [5]
Feit 1 en 2:
Op 30 september 2014 doet [slachtoffer 1] aangifte van mishandeling binnen de relatie tegen de verdachte, met wie ze sedert een aantal maanden een relatie heeft. Op 26 september 2014 was hij voor het eerst agressief. Die dag was aangeefster om 2.00 uur thuis in Heerlen. De verdachte heeft de sleutel van haar woning. Ze lag op bank te slapen. De verdachte kwam in haar woning. Hij verdacht haar van vreemdgaan. Hij dreigde haar die dag samen in de auto tegen een paal of een boom te rijden omdat hij toch niks te verliezen had als hij aangeefster kwijt zou raken. Hij zei tegen haar dat hij haar zou laten leven omdat zij nog een kindje had. Verdachte zei onder meer ”We gaan ons kapot rijden tegen de bomen”. [6] Nadat de aangeefster namen van mannen had genoemd, mishandelde de verdachte haar. Hij sloeg haar onder meer op de borst. Hij sloeg met vuisten en met platte handen. Hij sloeg haar op haar hoofd met zijn platte handen. Dat deed erg pijn. De verdachte heeft haar heel vaak tegen haar hoofd en tegen haar borst geslagen met zijn vuisten en met zijn handen. [7]
Door de GGZ Zuid Limburg is op 30 september 2014 een medische verklaring opgemaakt, inhoudende onder meer dat aangeefster meerdere blauwe plekken op haar lichaam heeft. De GGD concludeert dat de aangetroffen letsels het gevolg zijn van stomp mechanisch botsend stotend en deels langsschurend geweld. [8] Van het geconstateerde letsel zijn foto’s aanwezig in het dossier. De rechtbank ziet op deze foto’s dat aangeefster “bont en blauw” is. [9]
Nadat de aangeefster had geconstateerd dat zij minder dan voorheen kon horen en een dof gevoel in haar oren heeft bemerkt, heeft ze haar huisarts bezocht. Bij onderzoek zag de huisarts een gaatje in het trommelvlies van aangeefster. [10]
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen en de verklaring van de verdachte op de terechtzitting dat hij de in de tenlastelegging onder 1 opgenomen woorden heeft gebezigd, dat hij en de aangeefster ruzie hadden en dat hij de aangeefster met kracht heeft vastgepakt en heeft geprobeerd haar naar buiten te duwen, acht de rechtbank de onder 1 tenlastegelegde bedreiging en de onder 2 tenlastegelegde mishandeling wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 3 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de zitting van 28 september 2016;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] . [11]
Feit 4
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 4 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de zitting van 28 september 2016;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens de ING bank. [12]
Feit 6
Op 22 oktober 2014 doet [slachtoffer 1] aangifte van bedreiging. Ze verklaart dat ze op 14 oktober 2014 tussen 15.48 uur en 16.18 uur meerdere keren is gebeld door de verdachte. Tijdens die gesprekken werd verdachte telkens heel kwaad en zei onder meer dat zij haar verklaring moest intrekken en dat als zij dat niet zou doen, zij zou moeten verhuizen want hij zou haar vinden. [13] Op 29 oktober 2014 verklaart aangeefster dat die gesprekken niet op 14 oktober 2014 hebben plaatsgevonden maar op 17 oktober 2014. Dat weet aangeefster omdat ze een voicemailbericht heeft bewaard van een medewerkster in de gevangenis waar verdachte destijds verbleef. In dat bericht bood de gevangenisbewaarster haar excuses aan voor het dreigende gesprek van de verdachte. Die dag om 10.32 uur schreeuwde de verdachte tijdens een telefoongesprek dat de aangeefster haar verklaring moest intrekken. Zij en haar moeder zouden niet meer teruggevonden worden. De aangeefster is doodsbang. [14]
Op 17 oktober 2014 meldt gevangenismedewerkster [naam gevangenismedewerkster] dat de verdachte die dag naar haar toekwam met de vraag of zij bij een telefoongesprek aanwezig wilde zijn. Hij zou dan van zijn vriendin eisen dat ze haar belastende verklaring in zou trekken. Toen hij eenmaal aan het bellen was schreeuwde hij heel hard: “Je trekt nu je verklaring in of jij en je moeder worden niet meer teruggevonden”. De verdachte kwam toen uit de telefooncel en zei tegen [naam gevangenismedewerkster] : “Nu weet je dat ik haar bedreigd heb, nu hebben ze tenminste echt een reden om me op te sluiten”. Hij liep de trap op en schreeuwde nog: “Ik heb gezegd dat als ze haar verklaring niet intrekt zij en haar moeder niet meer teruggevonden worden”. [15]
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen en op de omstandigheid dat de aangeefster op 30 september 2014 bij de politie een belastende verklaring had afgelegd tegen de verdachte over de feiten 1 t/m 3, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte aangeefster [slachtoffer 1] heeft geïntimideerd met betrekking tot de door haar afgelegde verklaring.
Parketnummer 03/700273-15
Feit 1
Op 18 december 2014 is een inbraak gepleegd in het bedrijfspand van ” [naam bedrijfspand] ”. Bij onderzoek is een sigarettenpeuk in dit bedrijfspand aangetroffen. Deze peuk bevat DNA materiaal dat afkomstig kan zijn van de verdachte. Niet duidelijk is op welke wijze en op welke datum de peuk in het bedrijfspand terecht is gekomen. De verdachte heeft zijn betrokkenheid bij deze bedrijfsinbraak ten stelligste ontkend. Hij heeft naar voren gebracht dat anderen hem de schuld willen geven van deze inbraak. De rechtbank acht onvoldoende bewijs aanwezig voor betrokkenheid van de verdachte bij dit misdrijf. Zoals ook al door de raadsvrouw van de verdachte bepleit, zal de rechtbank de verdachte van dit feit vrijspreken.
parketnummer 03/700559-15 [16]
Feit 1
Op 13 oktober 2015 doet [naam aangever 3] namens [naam 2] aangifte van diefstal tussen 6 oktober 2015 te 12.00 uur en 7 oktober 2015 te 16.00 uur van een snorfiets uit een garagebox. Het betreft een Puch Zip, kleur geel, kenteken [kenteken 3] . [17] Op 5 november 2015 verklaart [naam 2] dat hij deze bromfiets in 2005 bij Jansen in Simpelveld heeft gekocht. Onder het stuur van de snorfiets zit een afgesloten kastje met hierin het kentekenbewijs en de groene kaart. [18]
Agent [verbalisant 2] zag de verdachte op 28 oktober 2015 op de Heerenweg in Heerlen rijden. Hij gaf een stopteken aan de verdachte. De verdachte stopte. De verdachte reed op een Puch Zip met kenteken [kenteken 3] . Het voertuig stond als gestolen gesignaleerd. [19] Het contactslot was beschadigd. [20]
Ter terechtzitting van 28 september 2016 heeft de verdachte diverse keren verklaard dat hij ervaringsdeskundige is op het gebied van auto- en bromfietsdiefstallen.
De rechtbank overweegt dat de verdachte, die zichzelf een ervaringsdeskundige acht op het gebied van voertuigencriminaliteit, door te handelen als hij heeft gedaan de kans op de koop toe heeft genomen dat de snorfiets afkomstig was van diefstal toen hij deze verwierf.
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen en op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank de tenlastegelegde heling van de snorfiets wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de zitting van 28 september 2016;
- het proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 1] . [21]
Feit 3
Op 12 november 2015 was de verdachte door de agenten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] aangehouden ter zake van openbare dronkenschap. De verbalisanten brachten de verdachte over naar het politiebureau. De verdachte was hierbij recalcitrant. Toen [verbalisant 1] en [verbalisant 3] de verdachte naar de lift begeleidden probeerde de verdachte met zijn elleboog de verbalisant [verbalisant 1] in het gezicht te raken. [verbalisant 1] weerde zich af en gaf de verdachte met zijn linkerhand een klap in het gezicht. De klap op de wang was zeer gering en had geen zichtbaar letsel tot gevolg. Eenmaal buiten zei de verdachte tegen aangever [verbalisant 1] : “Als ik in een gestolen auto zit en je zie, rijd ik je kapot.” [verbalisant 1] zag dat verdachte hem aankeek toen hij dit riep. [22]
Op 17 november 2015 relateert de verbalisant [verbalisant 3] dat toen hij en de verbalisant [verbalisant 1] op 11 november 2015 buiten de poort waren en de verdachte in vrijheid stelden, hij hoorde dat de verdachte naar collega [verbalisant 1] riep: “Ik rij je gewoon kapot als ik een keer in een gestolen auto zit en je zie”. [23]
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat de verdachte verbalisant [verbalisant 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 4
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 4 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de zitting van 28 september 2016;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 2] namens Fair Play Centers B.V. [24]
parketnummer 03/866028-16 [25]
Op 8 oktober 2015 doet [slachtoffer 2] aangifte van diefstal uit zijn woning gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats 2] in de nacht van woensdag 7 op 8 oktober 2015. De dader had de toegang tot de woning verkregen door het inslaan van een ruit van het keukenraam. De aangever werd omstreeks 04.00 uur wakker van een doffe knal. Toen hij was opgestaan om te kijken waar dat geluid vandaan kwam en uit het slaapkamerraam keek, zag hij een persoon weglopen. Vervolgens is aangever naar beneden gegaan. Daar aangekomen zag hij dat de ruit van het keukenraam ingeslagen was. Zijn portemonnee en zijn telefoon Nokia 5230 Navi imeicode [imeicode] zijn gestolen. In de portemonnee zaten zijn Nederlandse en zijn Duitse identiteitskaart, rijbewijs, kaart van de Duitse spoorwegen, ING bankpas, Duitse Paks bankpas, Duitse Postbank bankpas en creditkaart en 150 euro waarvan zeker twee bankbiljetten van 50 euro. [26]
Op 12 november 2015 verbleef de verdachte in de penitentiaire inrichting De Geerhorst in Sittard. De verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] worden op die dag aangesproken door een medewerker van De Geerhorst. Zij krijgen te horen dat er tussen de persoonlijke bezittingen van de verdachte pasjes van een andere persoon zijn aangetroffen, namelijk vier bankbescheiden, een rijbewijs, een Duitse identiteitskaart en een verblijfsvergunning op naam van [slachtoffer 2] . Na onderzoek blijken deze voorwerpen afkomstig te zijn van de woninginbraak bij [slachtoffer 2] op 8 oktober 2015. De voorwerpen hadden in een bruin/rood kleurige beurs gezeten. In deze beurs zat ook 150 euro.
Bij onderzoek in De Geerhorst van de rugzak van de verdachte wordt 235,00 euro aangetroffen en ook nog een rood/bruin kleurige lederen beurs. [27] Aangever [slachtoffer 2] herkent de beurs en de pasjes. Op 8 oktober 2015 zijn deze bij de inbraak in zijn woning gestolen. [28]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de beurs op 10 november 2015 op straat heeft gevonden. [29]
Gelet op het aantreffen op 12 november 2015 door de medewerkers van De Geerhorst van de beurs met inhoud bij de persoonlijke bezittingen van de verdachte en op de omstandigheid dat de verdachte op 12 november 2015 de medewerkers van de penitentiaire inrichting niet onmiddellijk heeft medegedeeld dat hij de beurs met inhoud twee dagen eerder op straat had gevonden, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zich de beurs met inhoud wederrechtelijk heeft toegeëigend. De rechtbank acht derhalve het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 03/094038-14 [30]
Op 16 april 2014 ontdekte [slachtoffer 3] dat een raampje aan de achterzijde van haar woning was ingeslagen. Haar ex-vriend [verdachte] berichtte haar via de app dat er was ingebroken en dat hij wel naar binnen zou gaan om de boel te beveiligen. Vanwege alle ruzies met de verdachte verbleef [slachtoffer 3] niet in haar eigen woning.
Op 20 april 2014 doet [slachtoffer 3] aangifte van huisvredebreuk op diezelfde dag gepleegd door haar ex vriend [verdachte] . Aangeefster verklaart dat verdachte in haar woning verblijft terwijl hij hier geen toestemming voor heeft. Haar vriendin [getuige] had haar ’s ochtends gebeld en deelde haar mede dat zij die ochtend door de verdachte was gebeld vanuit de woning van aangeefster. Zij zag dat aan de nummerherkenning. [31]
[getuige] is op 20 april 2014 door de politie gehoord. Zij heeft verklaard dat zij die dag omstreeks 09.05 uur door [verdachte] werd gebeld via het vaste nummer van de woning van [slachtoffer 3] . [verdachte] gaf toe dat hij in de woning van [slachtoffer 3] was. Ze heeft de verdachte gezegd dat ze de politie ging bellen omdat hij daar niet mag komen. [32]
Op 20 april 2014 omstreeks 09.45 uur heeft de politie de verdachte in de woning van de aangeefster aangehouden. [33]
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen, waaruit blijkt dat de verdachte nog steeds in de woning van de aangeefster was toen de politie ter plaatse kwam en de verdachte de woning derhalve niet had verlaten nadat de vriendin van de aangeefster hem telefonisch had medegedeeld dat hij niet in de woning van de aangeefster mocht verblijven, is de rechtbank van oordeel dat de aan de verdachte tenlastegelegde huisvredebreuk op 20 april 2014 in de woning van de aangeefster [slachtoffer 3] wettig en overtuigend kan worden bewezen verklaard.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
parketnummer 03/700136-15
1.
in de periode van 16 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 in Nederland, een kentekenplaat [kenteken 2] heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van die kentekenplaat wist
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
in de periode van 16 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 in Nederland, een bromfiets (Yamaha Aerox) heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van die bromfiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
op 18 maart 2015 te Heerlen, zich met geweld heeft verzet tegen ambtenaren te weten [verbalisant 6] (hoofdagent) en [verbalisant 7] (hoofdagent), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, door zich tijdens zijn aanhouding los proberen te rukken en zich in een andere richting te bewegen en zich af te zetten en door proberen op te staan;
4.
op 18 maart 2015 in de gemeente Heerlen, opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 6] (hoofdagent) en [verbalisant 7] (hoofdagent), gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe
te voegen: "Jullie zijn hoerenzonen" en "Vieze kankerwout";
5.
op 18 maart 2015 in de gemeente Heerlen terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken
categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Bekkerweg, als bestuurder
een motorrijtuig (bromfiets), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
6.
op 18 maart 2015, in de gemeente Heerlen, als bestuurder van een motorrijtuig (scooter/bromfiets), daarmee rijdende op de weg, Tempsplein en Bekkerweg en nabij gelegen straten,
- met een hogere snelheid heeft gereden dan is toegestaan en
- in een voetgangersgebied zeer dicht langs personen op een bankje is gereden en
- meermalen, zodanig door de bocht is gereden dat het achterwiel van zijn, verdachtes, voertuig wegslipte en hij, verdachte, zijn voertuig niet onder controle had en
- op de rijbaan voor het tegemoetkomende verkeer heeft gereden en
- waardoor vervolgens een tegemoetkomende automobilist heeft moeten
uitwijken en krachtig heeft moeten remmen om een aanrijding met verdachte
te voorkomen,
door welke gedragingen van verdachte telkens gevaar op die weg werd
veroorzaakt en het verkeer op die weg werd gehinderd;
Parketnummer 03/700577-14
1.
in de nacht van 26 september 2014 op 27 september 2014 in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd: "We gaan ons kapot rijden tegen een boom";
2.
in de nacht van 26 september 2014 op 27 september 2014 in Nederland zijn (ex)levensgezel [slachtoffer 1] heeft mishandeld door genoemde [slachtoffer 1] te slaan en te stompen en met kracht vast te pakken en te duwen, tengevolge waarvan genoemde [slachtoffer 1] pijn en letsel heeft bekomen;
3.
omstreeks 26 september 2014 te Hoensbroek, in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 1] , door geweld gericht tegen genoemde [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, immers heeft verdachte genoemde [slachtoffer 1] gedwongen zich uit te kleden en naakt de straat op te lopen, waarbij hij verdachte genoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft
geslagen en met kracht heeft vastgepakt;
4.
op 23 september 2014 te Hoensbroek, in de gemeente Heerlen, opzettelijk en wederrechtelijk een mobiele telefoon (merk: Nokia), toebehorende aan ING Bank heeft vernield;
6.
op meer tijdstippen op 17 oktober 2014 in Nederland zich opzettelijk mondeling jegens [slachtoffer 1] heeft geuit, kennelijk om haar vrijheid om naar waarheid te verklaren of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen
te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft hij verdachte opzettelijk genoemde [slachtoffer 1] , telefonisch de woorden toegevoegd:"Je trekt nu je verklaring in of jij en je moeder worden niet meer terug gevonden" en/of "Ik ben je niet aan het bedreigen" en/of op luide toon tegen genoemde [slachtoffer 1] heeft gezegd dat ze haar verklaring moest aanpassen of deels moest
intrekken en/of in elk geval woorden van soortgelijke (dreigende) aard en strekking;
parketnummer 03/700559-15
1.
in de periode van 6 oktober 2015 tot en met 28 oktober 2015 in Nederland een snorfiets (Puch Zip) heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
op 8 oktober 2015 in de gemeente Brunssum opzettelijk en wederrechtelijk een snoep display toebehorende aan Esso Brunssum heeft vernield;
3.
op 11 november 2015 in de gemeente Heerlen [verbalisant 1] (hoofdagent van politie) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] dreigend de woorden toegevoegd:"Als ik in een gestolen auto zit en je zie rijd ik je kapot";
4.
op 11 november 2015 in de gemeente Heerlen in een besloten lokaal, gelegen [adres 3] te Heerlen en in gebruik bij Fair Play, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
parketnummer 03/866028-16
1.
in de periode van 10 november 2015 tot en met 12 november 2015 in Nederland, een portemonnee en een rijbewijs en een ID-kaart en een verblijfsvergunning en bankpassen en een hoeveelheid geld toebehorende aan [slachtoffer 2] , welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, als vinder wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
parketnummer 03/094038-14
op 20 april 2014 in de gemeente Brunssum in een woning, gelegen aan de [adres 4] en in gebruik bij [slachtoffer 3] , wederrechtelijk is binnengedrongen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
parketnummer 03/700136-15
feit 1:
opzetheling
feit 2 primair:
opzetheling
feit 3:
wederspannigheid, meermalen gepleegd
feit 4:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd
feit 5:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994
feit 6:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
parketnummer 03/700577-14
feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 2:
mishandeling begaan tegen zijn levensgezel
feit 3:
een ander door geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen
feit 4:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen
feit 6 primair:
opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd
parketnummer 03/700559-15
feit 1:
opzetheling
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
feit 3:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 4:
wederrechtelijk in het besloten lokaal vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen
parketnummer 03/866028-16
primair:
verduistering
parketnummer 03/094038-14:
in de woning bij een ander in gebruik wederrechtelijk binnendringen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Ten aanzien van de verdachte is door D. Breuker, forensisch psycholoog, een onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte ingesteld. Van dat onderzoek is een rapport, gedateerd 15 april 2016, opgemaakt. In dit rapport is onder meer - zakelijk weergegeven - vermeld:
Bij betrokkene is een ziekelijke stoornis van de geestvermogens vastgesteld in de vorm van een alcohol- en cannabisverslaving. Daarnaast is er sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken.
Dit was ook het geval ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. De ziekelijke stoornis van de geestvermogens en de antisociale persoonlijkheidsstoornis beïnvloedden de gedragskeuze van onderzochte c.q. zijn gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde.
Onderzoeker adviseert betrokkene als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank verenigt zich, gelet op de door de deskundige gegeven gronden, geheel met de in het rapport gegeven conclusie en maakt deze mitsdien tot de hare.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarde dat de verdachte klinisch zal worden behandeld in De Woenselse Poort.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening dient te houden met de omstandigheid dat de strafzaak niet binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM wordt afgedaan. De raadsvrouw verzoekt om bij de afdoening van de strafzaak rekening te houden met de omstandigheid dat de verdachte aan zijn problemen wil werken, hetgeen door de reclassering wordt bevestigd.
De raadsvrouw heeft verzocht om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de duur van het reeds ondergane voorarrest. Aan de voorwaardelijke straf kan de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht en een klinische behandeling worden gekoppeld. De klinische opname dient beperkt te blijven tot ten hoogste een jaar, aldus de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan 17 strafbare feiten. Onder meer heeft de verdachte in de nacht van 26 op 27 september 2014 zijn toenmalige vriendin mishandeld, haar bedreigd met een misdrijf tegen het leven en haar gedwongen zich uit te kleden en naakt over straat te lopen. Hij heeft zijn ex-vriendin in haar huiselijke omgeving, de plaats waar zij zich juist veilig zou moeten kunnen voelen, angst aangejaagd en haar pijn en letsel toegebracht. Verdachte heeft op deze wijze grove inbreuk gemaakt op de geestelijke en de lichamelijke integriteit van zijn toenmalige partner.
Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
Uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 1] blijkt dat de gebeurtenissen in de nacht van 26 op 27 september 2014 grote gevolgen voor haar hebben gehad. Zij heeft hulp gezocht voor emotionele ondersteuning en traumaverwerking. Ze kampt nog steeds met de negatieve gevolgen van de bewezenverklaarde feiten.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan vermogensdelicten en vernieling en heeft hij zich misdragen in het verkeer. Nadat de politie hem had aangehouden maakte hij zich schuldig aan wederspannigheid en beledigde en bedreigde hij de politieambtenaren. Deze strafbare feiten getuigen van respectloos gedrag in de richting van de verbalisanten die niets anders deden dan hun werk. Ook respecteerde de verdachte niet dat hij niet meer in de woning van een ex-vriendin mocht verblijven.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst en veelheid van de feiten en het belang van normbevestiging oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigen.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte voor een aantal van de aan hem verweten feiten lange tijd op zijn berechting heeft moeten wachten. Op 12 oktober 2016 zal in zijn zaak uitspraak worden gedaan. De redelijke termijn voor berechting (artikel 6 van het EVRM) is ter zake van een aantal aan de verdachte tenlastegelegde feiten overschreden. De rechtbank zal hiermee in haar oordeel rekening houden.
De rechtbank zal eveneens rekening houden met de persoonlijke omstandigheden zoals deze onder meer blijken uit het Reclasseringsadvies van 14 september 2016 en zoals deze door de raadsvrouw ter terechtzitting naar voren zijn gebracht.
De verdachte ondergaat reeds een klinische behandeling in verband met zijn problemen. De verdachte heeft aangegeven dat hij het verblijf in de kliniek wil continueren om een betere toekomst op te bouwen. De rechtbank ziet in deze persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om een gedeelte van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen. De rechtbank beoogt een voortgezet verblijf van de verdachte in de kliniek De Woenselse Poort te Eindhoven.
Met oplegging van een voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, de bijzondere voorwaarden verbinden zoals onder meer uiteengezet in het reclasseringsadvies van 14 september 2016.
De rechtbank zal een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen opleggen waarvan 205 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met onder andere de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich klinisch dient te laten behandelen. De aan de verdachte op te leggen straf impliceert dat de verdachte het onvoorwaardelijke gedeelte van de vrijheidsstraf - 155 dagen - reeds in voorarrest heeft ondergaan.
Gelet op de bewezenverklaarde feiten en de inhoud van het rapport van de psycholoog D. Breuker houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat de verdachte opnieuw een misdrijf zal kunnen begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de voorwaarden die worden verbonden aan het voorwaardelijke deel van de straf en het toezicht op de naleving daarvan dadelijk uitvoerbaar zijn.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank zal de officier van justitie niet ontvankelijk verklaren met betrekking tot de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf met parketnummer 03/165713-14. Het betreft een bij verstek gewezen vonnis. De veroordeelde heeft naar voren gebracht dat hij niks weet van dit vonnis. De rechtbank heeft geen betekenings- of andere stukken aangetroffen waaruit het tegendeel zou kunnen worden afgeleid.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

De benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een materiële schadevergoeding van € 2427,41 terzake van parketnummer 03/700136-15 met de wettelijke rente en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ter terechtzitting heeft hij zijn vordering toegelicht en naar voren gebracht dat hij de beschadigde scooter niet heeft laten repareren omdat de nieuwwaarde van een vergelijkbare scooter € 1400,00 bedraagt. Hij heeft daarom een andere scooter gekocht voor een bedrag van € 1400,00.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 1400,00 dient te worden toegewezen. Voor dit bedrag heeft de benadeelde partij een nieuwe scooter gekocht. De officier van justitie heeft hierbij verwezen naar het arrest van de Hoge Raad met de vindplaats 24 september 2013: 2013, 779.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 4] dient te worden afgewezen. De verdachte heeft de scooter van [slachtoffer 4] niet gestolen. Hij heeft geen schade aan deze scooter toegebracht.
Hiervoor heeft de rechtbank de opzetheling van de scooter door de verdachte bewezen verklaard. Nadat de verdachte de scooter had geheeld is hij met de scooter ten val gekomen. Door dit laatste heeft de scooter (aanvullende) schade opgelopen. De rechtbank zal het bedrag van de door de verdachte veroorzaakte schade naar redelijkheid en billijkheid vaststellen op € 700,00 en de schade tot dit bedrag toewijzen, met afwijzing van het meer gevorderde. De rechtbank zal de verzochte wettelijke rente toekennen en zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een materiële schadevergoeding van € 41,56 en een immateriële schadevergoeding van € 2794,00 terzake van parketnummer 03/700577-14 feit 1, feit 2, feit 3.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gehele vordering dient te worden toegewezen.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel de materiële als de immateriële niet met bescheiden is onderbouwd en de vordering derhalve grotendeels dient te worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De rechtbank zal de gevorderde materiële schade van € 41,56 geheel toewijzen en zal de immateriële schade toewijzen tot een bedrag van € 1000,00. De rechtbank zal de benadeelde partij voor de vergoeding van het restant van de immateriële schade niet-ontvankelijk verklaren. De behandeling van dit laatste gedeelte van de vordering van de benadeelde partij ter zake van immateriële schade levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De rechtbank zal de vergoeding van de verzochte wettelijke rente toewijzen. De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.Het beslag

Het hierna in de beslissing genoemde in beslag wapen wordt onttrokken aan het verkeer omdat het hiervoor vatbaar is. Bij gelegenheid van het onderzoek naar het misdrijf waarvoor de verdachte is vervolgd, is het wapen in beslag genomen. Het wapen behoort aan de verdachte toe, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het wapen is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Uit de aard van het voorwerp volgt dat het kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.
Het in beslag genomen geld dient gedeeltelijk te worden teruggegeven aan de verdachte en gedeeltelijk aan het slachtoffer [slachtoffer 2] .

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 57, 62, 63, 138, 180, 266,
267, 284, 285, 285a, 300, 304, 321, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 9, 176, 177 van de Wegenverkeerswet 1994.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder 5 primair en subsidiair van parketnummer 03/700577-14 en onder 1 en 2 van parketnummer 03/700273-15;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijke gedeelte van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
  • zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
  • geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
  • stelt voorts de volgende
  • de veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten, laten opnemen in De Woenselse Poort, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling worden gegeven en de veroordeelde dient mee te werken aan een ambulante behandeling indien deze aansluitend aan de klinische behandeling door de behandelaars geïndiceerd wordt geacht, waarbij de veroordeelde zich zal moeten houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die ambulante behandeling door of namens de behandelaars zullen worden gegeven;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • beveelt dat de algemene en bijzondere voorwaarden, alsmede het door de reclassering uit te oefenen toezicht,
  • bepaalt dat er geen straf of maatregel wordt opgelegd ten aanzien van parketnummer 03/700136-15 onder 6 (overtreding):
- heft op de geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] , [adres 5] , [woonplaats 3] ten aanzien van parketnummer 03/700136-15 feit 2 primair gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 4] van € 700,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 16 maart 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , [adres 6] , [woonplaats 4] ten aanzien van parketnummer 03/700577-14 feit 1, feit 2, feit 3 gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
  • bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ten aanzien van de overige gevorderde immateriële schade niet ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 1] , van € 1041,56, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 26 september 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer het volgende in beslag genomen voorwerp:
- 1 1 wapen, BEL.MOD.85\AUTO 619017;
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte:
Zie lijst Ligom 1 Geld Nederlands, EUR 200,- (ibn 12-11-2015)
Zie lijst Ligom 3 Geld Nederlands, EUR 10,- (ibn 12-11-2015)
Zie lijst Ligom 4 Geld Nederlands, EUR 5,- (ibn 12-11-2015)
- gelast de teruggaven van het volgende in beslag genomen voorwerp aan [slachtoffer 2] :
Geld Nederlands, Eur 20,00 (ibn 12-11-2015)
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/165713-14.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Klifman, voorzitter, mr. C.M.W. Nobis en
mr. J.A.A.C. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 oktober 2016.
Buiten staat
Mr. J.A.A.C. Claessen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is onder parketnummer 03/700136-15 ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2015 tot en met 18 maart 2015 in
de gemeente Heerlen, althans in Nederland, een kentekenplaat [kenteken 2]
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van kentekenplaat wist
of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 in
de gemeente Heerlen, althans in Nederland, bromfiets (Yamaha Aerox [kenteken 1] )
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van bromfiets wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 in
de gemeente Landgraaf en/of gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bromfiets
(Yamah Aerox [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 18 maart 2015 te Heerlen,
zich met geweld en/of bedreiging met geweld,
heeft verzet tegen een of meer ambtenaren te weten [verbalisant 6]
(hoofdagent) en/of [verbalisant 7] (hoofdagent), werkzaam in de rechtmatige uitoefening
van zijn/haar/hun bediening,
door zich tijdens zijn aanhouding los proberen te rukken en/of zich in een
andere richting te bewegen en/of zich af te zetten en/of door proberen op te
staan;
4.
hij op of omstreeks 18 maart 2015 in de gemeente Heerlen,
(meermalen) opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 6]
(hoofdagent) en/of [verbalisant 7] (hoofdagent), gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun
tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe
te voegen: "Jullie zijn hoerenzonen" en/of "Vieze kankerwout", althans
(telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
5.
hij op of omstreeks 18 maart 2015 in de gemeente Heerlen terwijl hij wist of
redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of
meer categorieën van motorrijtuigen, ongeldig was verklaard en aan hem daarna
geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken
categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Bekkerweg, als bestuurder
een motorrijtuig, (scooter/bromfiets), van die categorie of categorieën heeft
bestuurd;
6.
hij op of omstreeks 18 maart 2015,in de gemeente Heerlen,
als bestuurder van een motorrijtuig (scooter/bromfiets), daarmee rijdende op
de weg, Tempsplein en/of Bekkerweg en/of nabij gelegen straten,
- met een hogere snelheid heeft gereden dan is toegestaan en/of
- in een voetgangersgebied zeer dicht langs personen op een bankje is gereden
en/of
- meermalen, althans eenmaal, zodanig door de bocht is gereden dat het
achterwiel van zijn, verdachtes, voertuig wegslipte en/of hij, verdachte, zijn
voertuig niet onder controle had en/of
- op de rijbaan voor het tegemoetkomende verkeer heeft gereden en/of
- ( waardoor) (vervolgens) een tegemoetkomende automobilist heeft moeten
uitwijken en/of (krachtig) heeft moeten remmen om een aanrijding met verdachte
te voorkomen,
door welke gedraging(en) van verdachte (telkens) gevaar op die weg werd
veroorzaakt, althans (telkens) kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die
weg (telkens) werd gehinderd, althans (telkens) kon worden gehinderd;
Tenlastelegging bij gevoegde zaak met parketnummer: 03/700577-14
1.
hij in of omstreeks de nacht van 26 september 2014 op 27 september 2014 in de
gemeente(n) Heerlen en/of Beek in elk geval in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer 1]
gezegd : "We gaan ons kapot rijden tegen een boom", in elk geval woorden van
soortgelijke dreigende aard en strekking;
2.
hij in of omstreeks de nacht van 26 op 27 september 2014 in de gemeente(n)
Heerlen en/of Beek, in elk geval in Nederland
zijn (ex)levensgezel, [slachtoffer 1] ,
heeft mishandeld door genoemde [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen en/of met kracht
vast te pakken en/of te duwen, tengevolge waarvan genoemde [slachtoffer 1] pijn en/of
letsel heeft bekomen;
3.
hij op of omstreeks 26 september 2014 te Hoensbroek, in de gemeente Heerlen,
[slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging
met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen genoemde [slachtoffer 1]
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden,
immers heeft verdachte genoemde [slachtoffer 1] gedwongen zich uit te kleden en naakt de
straat op te lopen, waarbij hij verdachte genoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft
geslagen en/of met kracht heeft vastgepakt;
4.
hij op of omstreeks 23 september 2014 te Hoensbroek, in de gemeente Heerlen,
opzettelijk en wederrechtelijk een mobiele telefoon (merk: Nokia), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 30 september 2014 in de gemeente Heerlen, in elk geval in
Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met brandstichting,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend genoemde [slachtoffer 1] een WhatsApp bericht
gestuurd met de woorden: "Praat met me anders gooi ik je vanavond nog wat
naar binnen door je raam", in elk geval woorden van soortgelijke dreigende
aard en strekking;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 30 september 2014 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft
gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft verdachte
genoemde [slachtoffer 1] een WhattsApp bericht gestuurd met de woorden: "Praat met me
anders gooi ik je vanavond nog wat naar binnen door je raam";
6.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de maand oktober 2014 in de
gemeente(n) Roermond en/of Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland
zich opzettelijk mondeling, jegens [slachtoffer 1] heeft geuit,
kennelijk om haar vrijheid om naar waarheid te verklaren of geweten ten
overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen
te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te
vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
immers heeft hij verdachte opzettelijk genoemde [slachtoffer 1] , telefonisch de woorden
toegevoegd:"Je trekt nu je verklaring in of jij en je moeder worden niet meer
terug gevonden" en/of "Ik ben je niet aan het bedreigen" en/of schreeuwend,
in elk geval op luide toon tegen genoemde [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Ik zal
donderdag wel vrij komen en ik weet het huisnummer van je moeder, nummer [XX] "
en/of dat zij haar aanklacht moest intrekken, want anders was ze haar leven
niet meer veilig en/of dat ze haar verklaring moest aanpassen of deels moest
intrekken en/of in elk geval woorden van soortgelijke (dreigende) aard en
strekking;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 17 oktober 2014 in de gemeente Roermond
zich opzettelijk mondeling, jegens [slachtoffer 1] heeft geuit,
kennelijk om haar vrijheid om naar waarheid te verklaren of geweten ten
overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen
te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te
vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
immers heeft hij verdachte opzettelijk genoemde [slachtoffer 1] , (vanuit het Huis van
bewaring in Roermond), telefonisch de woorden toegevoegd:"Je trekt nu je
verklaring in of jij en je moeder worden niet meer terug gevonden", in elk
geval woorden van soortgelijke dreigende aard en strekking;
Tenlastelegging bij gevoegde zaak met parketnummer: 03/700559-15
1.
hij in of omstreeks de periode van 6 oktober 2015 tot en met 28 oktober 2015
in de gemeente Simpelveld en/of in de gemeente Heerlen,
althans in Nederland, een snorfiets (Puch Zip)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die snorfiets wist
of redelijkerwijs had moeten vermoeden
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 8 oktober 2015 in de gemeente Brunssum opzettelijk en
wederrechtelijk een snoep display, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Esso Brunssum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 11 november 2015 in de gemeente Heerlen
[verbalisant 1] (hoofdagent van politie) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] dreigend de
woorden toegevoegd :"als ik in een gestolen auto zit en je zie rijd ik je
kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 11 november 2015 in de gemeente Heerlen
in een woning/besloten lokaal/besloten erf, gelegen [adres 3] te Heerlen
en in gebruik
bij Fair Play, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte,
wederrechtelijk aldaar vertoevende
zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft
verwijderd;
Gewijzigde tenlastelegging bij gevoegde zaak met parketnummer: 03/866028-16
1.
hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2015 tot en met 12 november 2015
in de gemeente Simpelveld en/of in de gemeente Sittard-Geleen en/of in de
gemeente Heerlen,
althans in Nederland,
opzettelijk een portemonnee en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart
en/of een verblijfsvergunning en/of een of meer bankpas(sen) en/of een
hoeveelheid geld, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, als vinder
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2015 tot en met 12 november 2015
in de gemeente Simpelveld en/of in de gemeente Sittard-Geleen en/of in de
gemeente Heerlen,
althans in Nederland,
een portemonnee en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart
en/of een verblijfsvergunning en/of een of meer bankpas(sen) en/of een
hoeveelheid geld
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goed(eren)/dat
geld wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Tenlastelegging bij gevoegde zaak met parketnummer: 03/700273-15
1.
hij op of omstreeks 18 december 2014 in de gemeente Maastricht tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit het bedrijfspand van de winkel
" [naam bedrijfspand] " heeft weggenomen een laptop en/of een pc-scherm en/of
een navigatiesysteem en/of een pinautomaat en/of sieraden en/of kleding en/of
een geldkistje en/of autosleutels en/of kentekenpapieren en/of een lcd-scherm
en/of een televisie en/of twee computers, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [naam bedrijfspand] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 7 juni 2015 in de gemeente Kerkrade een wapen van
categorie III, te weten een alarmpistool voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
Tenlastelegging bij gevoegde zaak met parketnummer: 03/094038-14
hij op of omstreeks 20 april 2014 in de gemeente Brunssum
in een woning, gelegen aan de [adres 4] en in gebruik
bij [slachtoffer 3] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte,
wederrechtelijk is binnengedrongen;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2015050802 gesloten d.d. 23 maart 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 33.
2.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , pag. 9.
3.Het proces-verbaal van aangifte [naam aangever 1] , pag. 6.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 maart 2015, pag. 24 tot en met 26.
5.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer 2014108193 gesloten d.d. 22 oktober 2014, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 223.
6.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 september 2014, pag. 113 t/m 116.
7.Het proces- verbaal van aangifte d.d.3 oktober 2014, pag. 120.
8.De medische verklaring opgemaakt door GGD Zuid Limburg d.d. 30 september 2014, pag. 125 en 126.
9.De foto’s van het letsel van [slachtoffer 1] , pag. 130 t/m 141.
10.Het schriftelijk bescheid opgesteld door huisarts Beckers, pag. 158 en 159.
11.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 september 2014, pag. 115.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] d.d. 23 september 2014, pag. 45 en 46.
13.Het proces-verbaal verhoor aangeefster ivm aangifte bedreiging/stalking d.d. 22 oktober 2014, pag. 210 en 211.
14.Het proces-verbaal verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 22 oktober 2014, pag. 217 en 218.
15.Melding van telefonische bedreiging d.d. 17 oktober 2014, pag. 216
16.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2015200293 gesloten d.d. 29 oktober 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 33 (feiten 1 en 2) en paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2015209771 gesloten d.d.24 november 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 39 (feiten 3 en 4).
17.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 oktober 2015 van [naam aangever 3] , pag. 3 en 4.
18.Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 2] d.d. 5 november 2015, pag. 6.
19.Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 28 oktober 2015, pag. 24 en 25.
20.Het proces-verbaal aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 28 oktober 2015, pag. 8.
21.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 17 november 2015, pag. 9 en 10.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 november 2015, pag. 19.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2015, pag. 21.
24.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 november 2015, pag. 6 en 7.
25.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer 2015187294 gesloten d.d. 29 december 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 99.
26.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 8 oktober 2015, pag. 17 en 18.
27.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 november 2015, pag. 37.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2015, pag. 21.
29.Proces-verbaal van verhoor meerderjarige verdachte d.d. 24 november 2015, pag. 56.
30.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Kerkade, proces-verbaalnummer PL2400-2014044218 gesloten d.d. 5 juli 2014, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 54.
31.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] d.d. 20 april 2014, pag. 4 t/m 6.
32.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige] d.d. 20 april 2014, pag. 18.
33.Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 20 april 2014, pag. 46 en 47.