In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 6 oktober 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres, de eigenaresse van een woning, en gedaagde, die tijdelijk in de woning verbleef. Eiseres vorderde ontruiming van de woning en afgifte van de sleutels, nadat er een hennepplantage was aangetroffen tijdens een politie-inval. De burgemeester van Nuth had eerder besloten de woning voor drie maanden te sluiten op grond van de Opiumwet. Eiseres stelde dat gedaagde de sleutels niet had overhandigd, waardoor zij niet kon controleren of de woning daadwerkelijk ontruimd was. Gedaagde voerde aan dat hij rauwelijks gedagvaard was en dat hij bereid was de sleutels te overhandigen, maar dit werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de ontruimingsvordering en dat hij in gebreke was gebleven met het overhandigen van de sleutels. De vordering van eiseres werd toegewezen, met een dwangsom van € 500,00 per dag voor elke dag dat gedaagde in gebreke bleef. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 696,05 werden begroot.