Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 februari 2013
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 11 december 2013
- het proces-verbaal van voortzetting getuigenverhoor van 15 januari 2014
- de conclusie na enquete tevens akte wijziging eis zijdens de gemeente
- de antwoordconclusie na enquete zijdens [X]
- de antwoordakte wijziging eis van 18 juni 2014
- de beslissing van de rolrechter van 18 juni 2014
- de antwoordakte wijziging eis van 16 juli 2014
- de beslissing van de rolrechter van 16 juli 2014
- de conclusie na enquete zijdens [X]
- de antwoordconclusie na enquete zijdens de gemeente
- de akte uitlating producties zijdens [X]
- de akte uitlating zijdens de gemeente.
2.De verdere beoordeling
in conventie
als een rechter je veroordeelt tot een gevangenisstraf van 3 jaar dan is het ook niet 1 of 2 of 4 jaar”( [A] ) danwel “
het woord ‘tot’ heeft dezelfde betekenis als wanneer een rechter een verdachte veroordeelt … tot een gevangenisstraf van ….” ( [B] ). De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat tussen getuigen hierover van tevoren afstemming is geweest. Zij vindt daarin bevestiging door de antwoorden van de getuigen op de vraag van de rechter-commissaris naar hun voorbereiding op het verhoor: [B] verklaart dat “we” het getuigenverhoor in procedurele zin hebben voorbereid, waar de collega’s van de gemeente die bij deze zaak betrokken waren en de advocaat bij waren, [A] verklaart dat hij met de mensen die bij de bespreking op
“waarbij in rechte is komen vast te staan welk bedrag de vennootschap aan leges aan de gemeente is verschuldigd” niet voorkwam, dat tussen de advocaat van de gemeente en die van [X] telefonisch overleg is geweest over het verzoek van [X] om deze zinsnede in de concerngarantie op te laten nemen, en dat de advocaat van de gemeente de inhoud van dit telefonisch overleg heeft bevestigd in een e-mail van 1 maart 2011 (productie 26), in antwoord waarop de in de e-mail door de advocaat van de gemeente gegeven uitleg van de ligitieuze zinsnede uitdrukkelijk door de advocaat van [X] zou zijn bevestigd en erkend (productie 27). Die uitleg hield in, aldus de gemeente, dat in geval de legesaanslagen een onherroepelijke executoriale titel hebben, het overeengekomen legesbedrag van
14.449,50(4,5 punten × tarief € 3.211,00)
1.605,50(1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 3.211,00)