ECLI:NL:RBLIM:2016:809

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 januari 2016
Publicatiedatum
2 februari 2016
Zaaknummer
C/03/216400 / HA RK 16/15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter mr. M.A.H. Span-Henkens buiten behandeling gesteld wegens feitelijke grondslag

In deze zaak heeft verzoeker op 19 juli 2015 beroep ingesteld tegen een besluit op bezwaar van het UWV WERKbedrijf Venlo. Tijdens de procedure heeft verzoeker de rechter, mr. M.A.H. Span-Henkens, verzocht om medische experts op te roepen voor de zitting van 1 februari 2016. Op 27 januari 2016 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend, omdat de rechter niet op zijn verzoek had beslist. De rechter heeft echter aangegeven dat zij nog niet op het verzoek had beslist en dat zij dit tijdens de zitting wilde toelichten. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoeker voorbarig was met zijn verzoek. De rechter had nog niet geweigerd om aan het verzoek te voldoen, waardoor de grond voor wraking ontbrak. De wrakingskamer heeft het verzoek buiten behandeling gesteld en bepaald dat toekomstige wrakingsverzoeken van verzoeker op deze gronden niet in behandeling worden genomen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Wrakingskamer
Datum beslissing: 29 januari 2016
Zaaknummer: C/03/216400 / HA RK 16/15.
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingsverzoeken
in de zaak van
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats verzoeker] (hierna: verzoeker),
indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van:
mr. M.A.H. Span-Henkens, rechter in deze rechtbank (hierna ook: de rechter).

1.Procesverloop

1.1.
Verzoeker heeft op 19 juli 2015 bij de rechtbank Limburg, sector bestuursrecht, beroep ingesteld tegen een besluit op bezwaar van 17 juli 2015 van het UWV WERKbedrijf Venlo. Bij brief van 23 december 2015 heeft de griffier de kennisgevingen van de behandeling van het beroep ter zitting van 1 februari 2016 verstuurd. Verzoeker heeft de rechter op 10 januari 2016 en 21 januari 2016 verzocht een of meerdere medische expert(s) op te roepen voor die zitting. Op dit verzoek heeft de rechter nog niet beslist. Op 27 januari 2016 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van de rechter ingediend.
1.2.
De rechter heeft de wrakingskamer laten weten dat zij niet in het wrakingsverzoek berust.

2.De grond van het wrakingsverzoek

2.1.
Als grond voor het wrakingsverzoek heeft verzoeker aangevoerd dat de rechter niet is ingegaan op zijn verzoek om een of meerdere medische expert(s) ter zitting op te roepen. De opinie van een neutraal expert ontbreekt nu, waardoor verzoeker stelt schade te lijden.

3.Het standpunt van de rechter

3.1.
De rechter stelt in haar schriftelijke reactie van 28 januari 2016 dat zij nog niet op het verzoek van verzoeker, als verwoord in de brieven van 10 en 21 januari 2016, heeft beslist en dat zij verzoeker ter zitting dit verzoek wil laten toelichten. Zij is voornemens dan na de zitting op het verzoek te beslissen. Van een weigering om het verzoek in te willigen is dan ook geen sprake.

4.De beoordeling van het verzoek

4.1.
De wrakingskamer is van oordeel dat het onderhavige verzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling moet worden gesteld en dat om die reden geen mondelinge behandeling nodig is. De wrakingskamer verwijst in dat verband naar artikel 9.1 van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, vastgesteld door het bestuur van de rechtbank bij besluit van 5 februari 2014. De wrakingskamer overweegt daartoe het volgende.
4.2.
Verzoeker voert als wrakingsgrond aan de weigering van de rechter om gehoor te geven aan zijn verzoek om een of meerdere medische expert(s) ter zitting op te roepen. Uit het procesdossier en uit de reactie van de rechter blijkt echter dat zij nog niet op dit verzoek heeft beslist. Verzoeker is met de indiening van het wrakingsverzoek voorbarig geweest, nu van een expliciete weigering van de rechter om aan zijn verzoek te voldoen vooralsnog geen sprake is. De wrakingsgrond ontbeert derhalve een feitelijke grondslag, waardoor verzoeker niet ontvankelijk moet worden geacht in zijn verzoek. Onder de gegeven omstandigheden kan niet worden gesproken van handelingen of gedragingen die de rechter raken en die een partij grond geven te vrezen dat de behandelend rechter niet onpartijdig is.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat hetgeen verzoeker heeft aangevoerd niet tot toewijzing van het verzoek kan leiden en het verzoek voor kennelijk niet-ontvankelijk dient te worden gehouden. Op die grond zal de wrakingskamer het wrakingsverzoek buiten behandeling stellen.
4.4.
De wrakingskamer is voorts van oordeel dat verzoeker door het indienen van wrakingsverzoeken, die zijn gebaseerd op gronden die in strijd komen met de bedoeling van de wrakingsprocedure, misbruik maakt van de bevoegdheid tot wraking. De wrakingskamer zal daarom bepalen, dat een volgend verzoek tot wraking op de hier bedoelde gronden niet in behandeling wordt genomen.

5.Beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking van mr. M.A.H. Span-Henkens buiten behandeling;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker, gebaseerd op gronden die in strijd komen met de bedoeling van de wrakingsprocedure, niet in behandeling wordt genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.M.M. Kleijkers, voorzitter, en mr. P.H.M. Kuster en mr. J.W. Rijksen, leden, bijgestaan door P.J.C. Hendriks als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2016.
type: ph
coll:
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.