4.3.2De bewijsmiddelen
In de zaak met parketnummer 03/116363-14:
De opsomming van de bewijsmiddelen:
- De aangifte van [E] , namens de Stichting Hangout te Kerkrade;
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie.
In de zaak met parketnummer 03/120180-14:
De verklaring van aangeefster [B]:
Op 30 mei 2014 was ik op de wooneenheid [adres/plaats wooneenheid] . Ik wilde met [de verdachte] gaan opruimen in de keuken. Hij bleef echter volhouden dat het niet zijn troep was en hij het dus niet wilde opruimen. Hij liep naar buiten en ging achter in mijn auto zitten.
Hij begon te commanderen: Ik moest het een en ander gaan doen. Ik sprak hem tegen, dat we eerst – bijvoorbeeld wandelend – dingen zouden bespreken. Maar dat wilde hij niet. Hij kwam gedeeltelijk uit de auto en drukte het portier tegen de uiterste openstand in, door. De deur is erdoor beschadigd. Die gaat niet meer gewoon dicht. [F] probeerde die deur tegen te houden om het helemaal uitbreken te vermijden.
We probeerden hem daar vanaf te halen, door hem naar ons toe te trekken buiten de auto. Hij bewoog omlaag, pakte mijn been en verdraaide dat. Ik wist los te raken, waarna hij zich naar [F] richtte die vlakbij me stond. Hij pakte haar been, waarna ik haar ontzette.
Hij werd wat rustiger en ging in de auto zitten. Hij trapte toen van achteruit tegen een voorstoel waardoor daar een gat in de bekleding ontstond. Hij eiste een sigaret, die moest ik nú voor hem regelen. Ik zei [de verdachte] dat ik geen sigaret had. Daarop trok [de verdachte] een stuk van mijn autoradio af en aansluitend de hele radio uit het dashboard en gooide die op straat. Hij probeerde het stuk, dat het eerst er af was getrokken, over te breken. De radio is in stukken gegaan, door het op straat gooien.
De verklaring van de getuige [G]:
Ik zag en hoorde dat [de verdachte] uit de auto stapte. Ik zag en hoorde dat [de verdachte] met kracht en met beide handen tegen het bestuurdersportier van de auto van [B] duwde. Ik hoorde dat het bestuurdersportier kraakte. Ik zag dat [B] [de verdachte] wilde wegtrekken. Ik hield in de tussentijd het bestuurdersportier tegen om meer schade te voorkomen. Ik zag dat [de verdachte] probeerde terug te stappen in de auto. Ik duwde het bestuurdersportier dicht waardoor [de verdachte] niet in de auto kon stappen. Ik zag en hoorde dat [de verdachte] het bestuurdersportier weer opende, in de auto stapte en plaatsnam op de achterbank. Achter de bestuurderszitplaats. Ik hoorde dat [de verdachte] herhaalde malen zei: “Ik wil een sigaret, daar word ik rustig van”. [B] zei tegen [de verdachte] zei, “Jij krijgt geen sigaret voordat jij uit de auto bent gestapt”. Ik hoorde dat [de verdachte] tegen [B] zei, “Als ik geen sigaret krijgt ga ik de auto slopen”. Ik hoorde dat [B] tegen [de verdachte] zei, “Er is niemand met een sigaret voor je”. Ik zag en hoorde dat [de verdachte] Beekman de autoradio uit de slede van de middenconsole trok en dat hij de autoradio op het wegdek gooide. Ik zag dat [B] [de verdachte] uit de auto begon te trekken.
De verklaring van verdachte bij de politie:
V = vraag verbalisant aan verdachte
A = Antwoord van verdachte
M = opmerking van verbalisant
M: Ik wil het nu met u hebben over hetgeen waarvoor je aangehouden bent.
A: voor de vernieling van de radio.
V: Ben je ook naar de auto van [B] gegaan?
A: ja en ik ben daar in gaan zitten.
V: Heb je daar de radio vernield?
A: Dat klopt.
V: Wat is er in de auto gebeurt?
A: Ik heb die eruit getrokken en uit het raam gegooid, dat andere ding probeerde ik over te breken maar dat lukte niet.
V: Ben je uitgestapt uit de auto?
A: eigenlijk wel maar pas toen die andere meneer er was,
V: Wat heb je met de deur van de auto gedaan?
A: Ik heb geprobeerd die open te duwen
V: [B] en die andere juffrouw zeggen dat je de deur verbogen hebt door daar hard tegen te duwen?
A: Ik heb daar hard tegen aan geduwd. Ik wilde die deur omver duwen,
V: Hoe bedoel je?
A: Ik wilde die deur eruit trekken ouw hoer. Wat zou ik met die deur anders doen.
V: Heb je tegen een stoel aangetrapt?
A: Ja bij het begin.
V: Hoe heb je dat gedaan.
A; Zoals iedere mongool alien virus tegen die stoel zou trappen.
V: Heb je hard getrapt?
A: gewoon normaal.
V: Wat had die trap voor effect op de stoel?
A: Daar ging een gat in
In de zaak met parketnummer 03/101062-15:
Ten aanzien van feit 1 en 2:
De opsomming van de bewijsmiddelen
- de aangifte van [H] , namens Stevig onderdeel van Dichterbij;
- de verklaring van aangeefster [C];
- de verklaring van getuige [I];
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie:
De verklaring van aangeefster [J] , namens Stichting Dichterbij:
Ik ben gemachtigd om namens Dichterbij aangifte te doen van vernieling. Op maandag 23 februari 2015, omstreeks 14.00 uur kwam patiënt [de verdachte] van [...] naar mijn arbeidstherapie in gebouw ‘De Kunst’.
[de verdachte] kwam samen met zijn begeleidster [H] van [...] door de hoofdingang. [de verdachte] had eerder al uitspraken op zijn afdeling gemaakt over het feit dat hij vernielingen zou gaan plegen. Hij zat er niet goed bij. De leiding van [...] heeft een gesprek met hem gehad om in te schatten of hij wel naar arbeidstherapie moest gaan. De leiding schatte n.a.v. dit gesprek in dat hij rustig genoeg was om te gaan. Ze hebben wel begeleiding meegestuurd voor de zekerheid. Bij binnenkomst zag ik dat hij toch gespannen was. Ik zag dat omdat hij geen contact maakte met mij en andere cliënten. Hij wilde geen afspraken met mij maken, hij ging meteen ergens zitten en sloot collega [H] direct buiten. Ik liet hem wel zijn jas ophangen. Ik sloot de tussendeur. Ik zei tegen hem dat ik op deze manier niet met hem kon werken en dat ik afspraken met hem wilde maken. Hij zei dat hij geen afspraken ging maken met [H] erbij. Hij zei: ‘Niet met haar erbij’ . Direct daarop liep hij naar het eerste lokaal. In dit lokaal stond, als je binnenkomt via de tussendeur een aquarium op de tafel. Ik zag dat Beekman het aquarium van tafel veegde met zijn armen. Alles viel kapot op de vloer, het glas was gebroken. Samen met het aquarium, viel ook een waterkoker op de grond.
Ik zag dat Beekman naar de computers liep. Ik zag dat Beekman een van de computers met een karatetrap van de tafel schopte. Ik zag dat hij probeerde de computerkasten er ook af te trekken, dit lukte niet. Ik zag dat hij een muis van de computer af trok. Ik zag dat hij zoveel mogelijk probeerde kapot te maken. Ik kan u vertellen dat het aquarium niet meer bruikbaar is. De pomp is kapot. De waterkoker doet het niet meer. De muis is niet meer bruikbaar.
De verklaring van de getuige [K] :
Ik ben als begeleider werkzaam bij Stevig onderdeel van Dichterbij. Op maandag 23 februari 2015 had ik dienst op [...] . Op die afdeling werd toen onder anderen verpleegd [de verdachte] . Die ochtend was [de verdachte] onrustig.
Ik begeleidde [de verdachte] naar afdeling Kunst dat in een ander gebouw op dezelfde locatie ligt. Toen ik na binnenkomst meteen [de verdachte] wilde overdragen en begon te vertellen dat hij weer rustig was, reageerde [de verdachte] daar meteen op door te trachten de regie te nemen. Hij wilde geen afspraken maken in mijn bijzijn. Dat gaf hij aan naar [J] van afdeling kunst. Vrijwel meteen nadat hij dat had aangegeven zag en hoorde ik dat hij geen afspraken wilde maken. Ik zag dat hij naar een andere ruimte liep en onderweg daarheen trok of duwde hij een aquarium van een tafel. Ook een waterkoker viel van die tafel op de vloer. Ik zag dat het aquarium stuk viel. Ik zag dat hij vervolgens naar de computers liep en trapte daar tegen aan. Dat was een echte karatetrap.
De verklaring van verdachte bij de politie:
V: Laten we het hebben over de vernieling aquarium en computerspullen bij de afdeling kunst op maandag 23 februari 2015. Wat is er toen gebeurd?
A: Ik heb toen de aquarium kapot gemaakt omdat ik niet met haar mocht praten.
V: Hoe heb je de aquarium stukgemaakt?
A: Ik heb hem weggeduwd. Hij stond op een tafel. Door het wegduwen viel hij op de grond, ja kan. De aquarium viel stuk.
V: Daar stonden ook computers?
A: Daar heb ik tegen aangeschopt met een karateschop.
In de zaak met parketnummer 03/246698-15:
De verklaring van aangeefster [D]:
Ik ben werkzaam bij [X] , gelegen aan de [adres X] te [plaats X] . Op donderdag 17 september 2015, omstreeks 11:00 uur was ik in gesprek met een patiënt, de genoemde [de verdachte] . Het gesprek vond plaats op de gesloten afdeling KDO2.
Ik zat op dat moment met [de verdachte] alleen in een spreekkamer. Ik zat op een stoel, [de verdachte] op een stoel en tussen ons in een tafel. Wij waren ongeveer een kwartier met mekaar in gesprek toen ik bemerkte dat [de verdachte] geen respect meer voor mij had.
Ik hoorde dat hij onder andere tegen mij zei: “Jij bent een kutwijf, die nooit iets voor mij regelt”. Ik zei vervolgens tegen [de verdachte] dat ik op deze manier niet wenste te communiceren en dat ik uitgepraat was met hem. Ik hoorde dat hij tegen mij zei: “Ik bepaal wanneer wij uitgepraat zijn en niet jij”. Ik pakte vervolgens mijn spullen en wilde de spreekkamer verlaten. Ik zag dat [de verdachte] opsprong, naar de deur rende en deze van binnen uit op slot deed met het draaislot. Ik zei tegen [de verdachte] dat hij moest ophouden.
Ik hoorde dat [de verdachte] schreeuwde: “Ik zal jou een pak slaag geven”, of zoiets. Voordat ik het wist pakte [de verdachte] mij in een nekklem en begon mij met zijn vrije hand in mijn gezicht te slaan. Hij deed dat met zijn vuist.
Ik voelde dat ik geslagen werd op mijn hoofd, het deed pijn en werd achteraf rood.
Ik heb erna zeker een uur oorsuizen gehad.
De verklaring van de getuige [L]:
Op 17 september 2015, omstreeks 11.00 uur, was ik werkzaam bij [X]
gelegen aan de [adres X] te [plaats X] .
Op hetzelfde moment was in de daarnaast gelegen gespreksruimte een gesprek gaande tussen collega [D] en patiënt [de verdachte] .
Ik hoorde in de keuken dat patiënt [de verdachte] langzaam maar zeker zijn stem begon te verheffen. Ik zag [D] vervolgens opstaan en richting de toegangsdeur van de genoemde gespreksruimte liep.
Ik zag dat [D] de deur probeerde te openen om vervolgens naar buiten te kunnen. Ik zag dat [de verdachte] gelijk met zijn linkerarm richting [D] bewoog en haar nek in een klem nam. Ik zag dat [de verdachte] [D] trachtte naar de grond te brengen. Ik zag dat [de verdachte] diverse malen op het hoofd van [D] begon in te slaan.