ECLI:NL:RBLIM:2016:777
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgemeenschap met betrekking tot kapitaalpolis, eenmanszaak, inboedel en aandeel in onverdeelde nalatenschap
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 22 januari 2016 een beschikking gegeven in een bodemzaak betreffende de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen de vrouw en de man. De partijen zijn op 10 november 1995 in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd. De man heeft op 27 december 2012 een echtscheidingsverzoek ingediend, waarna de echtscheidingsprocedure is afgedaan en de echtscheidingsbeschikking op 8 december 2014 is ingeschreven. De vrouw heeft een aantal verzoeken ingediend met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waaronder verzoeken tot verdeling van een kapitaalpolis, een eenmanszaak, inboedel en een aandeel in de onverdeelde nalatenschap van de man.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw voor een groot deel toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat de woning van partijen aan een derde zal worden verkocht en dat de opbrengst na aflossing van hypothecaire leningen gelijk tussen partijen zal worden verdeeld. De waarde van de kapitaalpolis bij Nationale Nederlanden zal ook bij helfte worden verdeeld, met inachtneming van de premies die de man na de ontbinding van de gemeenschap heeft betaald. De rechtbank heeft de waarde van de eenmanszaak vastgesteld op basis van de activa en passiva per 31 december 2012 en heeft de vrouw recht gegeven op een bedrag van € 7.172,50.
Wat betreft de inboedel heeft de rechtbank bepaald dat deze verdeeld wordt op basis van wat ieder feitelijk onder zich heeft, zonder nadere verrekening van de waarde. De rechtbank heeft ook de verdeling van bankrekeningen en andere activa geregeld, waaronder de verdeling van de restituties van de inkomstenbelasting en de netto-uitkering van het pensioen van de man. De vrouw heeft ook een verzoek ingediend om de man te veroordelen tot betaling van een bedrag dat hij aan een derde heeft verstrekt, wat nog verder onderzocht zal worden. De rechtbank heeft de vrouw in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar stellingen.