Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
allekledingstukken en de tas.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam eigenaar supermarkt] , € 1.783,40 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 27 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , wonende te [woonplaats 1] , van € 1.000,00 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] , € 1.000,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , wonende te [woonplaats 2] , van € 1.000,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- verklaart de benadeelde partij ten aanzien van het meerdere van het gevorderde smartengeld niet-ontvankelijk en bepaalt dat dat gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] , € 1.000,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] , wonende te [woonplaats 1] , van € 1.000,00 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , € 1.000,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.