Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,wonend te [woonplaats 1] ,
[eiser sub 2],
wonend te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
Bijzondere bepalingen
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderden verhuurders betaling van huurachterstand, schadevergoeding en een contractuele boete van de huurder, die een hennepplantage in de huurwoning had opgezet. De huurovereenkomst was op 1 april 2015 ontbonden na de ontdekking van de hennepplantage door de politie op 19 december 2014. De verhuurders stelden de huurder aansprakelijk voor de schade die zij leden door de sluiting van de woning op grond van de Opiumwet. De kantonrechter oordeelde dat de huurder toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De gevorderde huurachterstand van € 1.995,00 werd toegewezen, evenals de wettelijke rente over deze bedragen. De schadevergoeding van € 1.995,00 voor gederfde huurinkomsten over de periode van april tot en met juni 2015 werd eveneens toegewezen. De kantonrechter wees de primair gevorderde contractuele boete van € 233.000,00 af, maar kende de subsidiaire boete van € 79.000,00 toe, die betrekking had op de periode na de ontdekking van de hennepplantage. De huurder werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente over de toegewezen bedragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.