ECLI:NL:RBLIM:2016:6951
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van een nalatenschap met betrekking tot de heer C
Op 9 augustus 2016 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de heer C, die op [overlijdensdag] 2015 is overleden. Het verzoek tot opheffing is ingediend door mr. P.M. Oortgiesen, als kandidaat-notaris verbonden aan notariskantoor deHaastenBroecke, namens mevrouw [A] en de heer [B]. In het verzoekschrift wordt verzocht om de opheffing van de vereffening ex artikel 4:209 lid 1 BW en om de vereffeningskosten vast te stellen op € 2.051,28. Daarnaast wordt verzocht om de kosten van publicatie van de opheffing te dekken door publicatie op www.rechtspraak.nl en/of de Staatscourant, en om de griffierechten ten laste van de staat te brengen.
De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder een boedelbeschrijving. De geringe waarde van de baten van de nalatenschap rechtvaardigt de opheffing van de vereffening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten. De vereffeningskosten zijn vastgesteld op het gevraagde bedrag van € 2.051,28, dat ten laste van de boedel wordt gebracht. De kantonrechter heeft bepaald dat publicatie van de beschikking kan achterwege blijven, met uitzondering van de plaatsing op www.rechtspraak.nl.
Het verzoek om de griffierechten ten laste van de staat te brengen is afgewezen, omdat de wettelijke grondslag daarvoor ontbreekt. De griffier is opgedragen om deze beslissing in te schrijven in het boedelregister. De beschikking verleent de verzochte opheffing van de vereffening, stelt de vereffeningskosten vast, en bepaalt de wijze van bekendmaking van de beschikking.