ECLI:NL:RBLIM:2016:6890
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor geslachtsnaamswijziging van een minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 5 augustus 2016 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor de wijziging van de achternaam van haar minderjarige dochter. De ouders van de minderjarige hebben gezamenlijk gezag, maar de vader heeft bezwaren tegen de wijziging van de achternaam van de minderjarige van de achternaam van de vader naar die van de moeder. De moeder stelt dat de minderjarige, die al jaren geen contact meer heeft met de vader, de achternaam van de moeder wil dragen als teken van affectie en om zich emotioneel aan haar moeder te verbinden. De vader daarentegen betwist de wens van de minderjarige en stelt dat deze is ingegeven door de moeder, en dat er sprake is van een loyaliteitsconflict.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wens van de minderjarige om haar achternaam te wijzigen een emotionele lading heeft en dat het belangrijk is om te onderzoeken of deze wens bestendig is en of de minderjarige de consequenties van een dergelijke wijziging kan overzien. De rechtbank heeft daarom besloten om de beslissing aan te houden en de Raad voor de Kinderbescherming te verzoeken een onderzoek te doen naar het belang van de minderjarige en de bestendigheid van haar wens. De rechtbank heeft bepaald dat het rapport en advies uiterlijk op 5 november 2016 moeten worden uitgebracht, waarna de rechtbank de partijen zal informeren over de verdere voortgang van de procedure.