ECLI:NL:RBLIM:2016:686
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 28 januari 2016 uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verdachte, ingediend door zijn raadsman, mr. S.T. van Berge Henegouwen. Het verzoek richtte zich tegen mr. M.J.H. van den Hombergh, de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van de strafzaak. Het wrakingsverzoek was ingediend op 18 december 2015 en werd behandeld op 14 januari 2016. De verzoeker stelde dat de rechter-commissaris partijdig was, omdat deze had besloten dat de verdachte niet aanwezig mocht zijn bij de verhoren van getuigen-deskundigen. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter-commissaris niet getuigde van objectiveerbare partijdigheid of schijn van partijdigheid. De rechter-commissaris had de gebruikelijke gang van zaken gevolgd en er waren geen feiten of omstandigheden die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, waarbij zij benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.