ECLI:NL:RBLIM:2016:6838
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vervangende toestemming voor zomervakantie in Turkije met minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en haar ex-man. De vrouw, die samen met haar twee minderjarige kinderen een vakantie naar Turkije had geboekt, vorderde vervangende toestemming van de voorzieningenrechter omdat de man zijn aanvankelijk verleende toestemming had ingetrokken. De vrouw had de vakantie geboekt van 7 augustus tot en met 2 september 2016 naar Izmir en Didim, maar de man had bezwaren geuit over de veiligheid in Turkije, verwijzend naar de onrust en terroristische aanslagen in het land.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man in redelijkheid niet kon besluiten om zijn toestemming in te trekken. Hoewel de man zorgen had over de veiligheid in Turkije, was er geen negatief reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de gebieden waar de vrouw met de kinderen naartoe wilde reizen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw en de kinderen niet in een aanzienlijk groter gevaar verkeerden dan in Nederland of andere delen van West-Europa. Daarom werd de vordering van de vrouw toegewezen en werd haar vervangende toestemming verleend voor de vakantie.
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.