3.3Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]verklaarde op 18 oktober 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Op 18 oktober 2015 bevond ik mij op het woonwagenkamp. Op een gegeven moment hoorde ik geschreeuw en gescheld. Ik ben vervolgens gaan kijken wat er aan de hand was. Ik zag dat [verdachte] aan het schreeuwen was en dat ze met haar handen aan het zwaaien was. Mijn broer [slachtoffer 2] kwam ook aan. Ik zag dat [verdachte] het mes linksonder in zijn buik stak. Nadat mijn broer door [verdachte] gestoken was probeerde ik het mes van [verdachte] af te pakken. Ik zag dat [slachtoffer 3] op de grond lag te bloeden. Ik voelde ter hoogte van mijn rug een natte plek ontstaan. Ik zag dat ik bloed aan mijn hand had. Ik ben naar het ziekenhuis gegaan. Daar vertelde de arts me dat ik een steekwond had. Het doet veel pijn.
Bij [slachtoffer 1] werd een oppervlakkige snijwond van 2 centimeter lang op de rug (links) waargenomen.
[slachtoffer 2]verklaarde op 18 oktober 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Ik ben woonachtig aan het [adres slachtoffer 2] . Ik hoorde buiten een hoop tumult en ging kijken wat er aan de hand was. Toen ik buiten kwam zag ik dat [verdachte] op het kamp stond. Ik hoorde dat [verdachte] aan het schreeuwen was. Er stonden meerdere mensen buiten op het kamp. Ik liep op [verdachte] af. Ik zag dat [verdachte] een mes in de hand had. Ze stak mij hiermee in mijn buik. Ik voelde hierop pijn. Ik zag dat [verdachte] wild om zich heen aan het steken was en aan het zwaaien was met haar armen. Ik werd nogmaals gestoken, maar dan in mijn rug.
[slachtoffer 2]verklaarde voorts op 19 oktober 2015 nog dat de snijwonden aan zijn rug en linkerzijde van zijn buik in het ziekenhuis zijn gehecht.
Bij [slachtoffer 2] werd een abdominale wond van 5 centimeter linker onderquadrant en een abdominale wond van 2 centimeter midden in de onderbuik waargenomen.
[slachtoffer 3]verklaarde op 18 oktober 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Ik ben in het ziekenhuis geholpen aan een steekwond in mijn linker bovenbeen. [verdachte] was op het woonwagenkamp waar ik woon. Ik zag dat [verdachte] ruzie zocht met mijn nichtje [betrokkene 1] . Ik kwam tussen de ruzie in en voelde plots een flinke pijn in mijn linker bovenbeen. Ik voelde dat mijn been nat werd en dat er vocht langs mijn been af liep. Ik zag dat er bloed uit mijn bovenbeen spoot.
[slachtoffer 3]verklaarde op 21 oktober 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Ik hoorde: “ [slachtoffer 2] is gestoken en [slachtoffer 1] is gestoken”. Dat zijn broers en die heten [familienaam slachtoffer 1 en 2] . Ik heb het mes bij [verdachte] in haar hand gezien toen ik achteruitliep nadat ze mij gestoken had met dat mes. Er waren een stuk of 6 à 7 man bij betrokken waaronder [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [betrokkene 2] .
Bij [slachtoffer 3] werd een dwarse steekwond van ongeveer 2 centimeter op zijn linker bovenbeen waargenomen.
[betrokkene 2]verklaarde op 19 oktober 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Ik was op 18 oktober 2015 in onze woonwagen op het adres [adres betrokkene 2] . Ik ben naar buiten gegaan. Ik zag dat [verdachte] aan de deur van de woonwagen van mijn dochter aan het kloppen was. Ik heb gezien dat [verdachte] met het mes in de lies van [slachtoffer 3] stak. [slachtoffer 3] raakte gewond. Ik heb gezien dat mijn zwager [slachtoffer 1] door [verdachte] in zijn rug werd gestoken. [slachtoffer 1] ging toen voelen aan zijn rug wat er aan de hand was. In die tijd heeft [verdachte] [slachtoffer 2] met het mes gestoken. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 2] met het mes in zijn rug en in zijn buik stak.
Verdachteverklaarde ter terechtzitting - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
Ik ben op 18 oktober 2015 naar het [straatnaam] in Geleen gegaan. Ik ben naar de woonwagen van mijn ex gelopen om daar een televisie op te halen, waarvan we hadden afgesproken dat ik die zou krijgen. Toen ik daar aankwam stormde [betrokkene 2] op me af met een honkbalknuppel in zijn handen. Hij sloeg me met die knuppel op mijn hoofd en in mijn gezicht. Het bloed liep over mijn gezicht en ik kon niet goed meer zien. Ik heb geschreeuwd. Toen zag ik een aantal bewoners van het kamp staan. Ik heb de politie gebeld, maar kon niet met ze spreken, omdat ik vervolgens door 6 of 7 man werd aangevallen. Ik ben toen op de grond terechtgekomen. Ik werd flink geslagen en geschopt en heb op de grond gevoeld in de hoop iets te vinden om mij te verdedigen. Ik heb iets van de grond gepakt en heb daar vervolgens mee in het rond gezwaaid. Ik weet niet wat ik van de grond heb gepakt. Uiteindelijk kon ik wegkomen en ben ik naar het ziekenhuis gegaan.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die de verwondingen bij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft veroorzaakt en dat dit met een mes is gebeurd. Daartoe overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen volgt dat er op 18 oktober 2015 in de gemeente Sittard-Geleen een ruzie heeft plaatsgevonden waarbij alle drie de slachtoffers gewond zijn geraakt en dat deze verwoningen zijn toegebracht door verdachte, terwijl zij met een mes stond te zwaaien.
Poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling of mishandeling?
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd de slachtoffers van het leven te beroven dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Niet vastgesteld kan worden op welke wijze verdachte het mes heeft gehanteerd. Verdachte heeft met het mes rondgezwaaid, maar van enig doelgericht steken is niet gebleken. Uit deze gedraging kan niet het opzet op de dood of zwaar lichamelijk letsel worden afgeleid. Daarbij komt dat uit het dossier blijkt dat het gehanteerde mes een aardappelschilmesje was, met een lemmet van 8,5 cm. De rechtbank acht de kans dat de slachtoffers door het rondzwaaien met een mes met een lemmet van 8,5 centimeter dodelijk konden worden getroffen of zwaar lichamelijk letsel zouden bekomen weliswaar aanwezig is, maar alleen onder zeer specifieke omstandigheden. Van dergelijke specifieke omstandigheden is in casu echter niet gebleken. Hierdoor is de kans op de dood dan wel op zwaar lichamelijk letsel niet aanmerkelijk geweest. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de slachtoffers heeft mishandeld.