Op 2 augustus 2016 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die ter beschikking is gesteld (TBS) met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met twee jaren afgewezen en in plaats daarvan de TBS met één jaar verlengd. De rechtbank oordeelde dat de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de TBS vereist, gezien het blijvende recidiverisico van de veroordeelde, die lijdt aan een verstandelijke beperking en een psychotische stoornis. De rechtbank heeft de inrichting, De Woenselse Poort, aangespoord om actief op zoek te gaan naar een geschikte GGZ-instelling voor de veroordeelde, zodat zij kan worden overgeplaatst naar een minder dwingend kader. De rechtbank heeft de proportionaliteit en subsidiariteit van de TBS in overweging genomen en benadrukt dat de belangen van de veroordeelde steeds zwaarder dienen te wegen in de afweging met de belangen van de maatschappij. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen uit het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering genoemd, en heeft de beslissing genomen in het belang van zowel de veroordeelde als de maatschappij.