ECLI:NL:RBLIM:2016:6361
Rechtbank Limburg
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en zorgvuldigheidseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 juli 2016 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, wonend in Duitsland, had op 24 oktober 2015 een naheffingsaanslag ontvangen. Bij uitspraak op bezwaar van 15 februari 2016 verklaarde de heffingsambtenaar van de gemeente Venlo het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard zonder eiser de gelegenheid te bieden aan te tonen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bezwaarschrift dat na de termijn is ingediend niet-ontvankelijk kan worden verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. De rechtbank concludeert dat er omstandigheden zijn die erop wijzen dat eiser mogelijk niet in verzuim was, en dat het aan de heffingsambtenaar was om dit te onderzoeken.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de heffingsambtenaar op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de heffingsambtenaar opgedragen het griffierecht aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en verzonden aan de betrokken partijen op dezelfde dag.