Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met (nagezonden) producties 1 tot en met 38
- de producties 1 tot en met 10 van [de supermarkt]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [Eisers c.s.]
- de pleitnota van [de supermarkt] .
2.De feiten
De onderlinge verhoudingen tussen partijen
“ter verduidelijking wordt hierbij vermeld dat deze verplichting geen betrekking heeft op diepgevroren gebak en “Kempenaar” half afgebakken klein brood.”
- [(...)] verplicht zich de navolgende broodprodukten te voeren en aan te bieden tegen de door U in Limburg gehanteerde prijzen inclusief de voor die specifieke produkten gevoerde stuntprijzen. Het betreft hier veredeld witboord, tarwebrood en veredelde witte puntjes en kadetjes. Voor het overige is heerschap volledig vrij voor wat betreft het voeren van bakkerijprodukten als ten aanzien van de daarvoor te bedingen prijzen;
- (…)
- Ten aanzien van die hiervoren genoemde produkten waarbij [(...)] Uw prijsniveau zal hanteren, garandeert [(...)] minimaal dezelfde kwaliteit als door u in Uw overige Limburgse winkels wordt geboden;
- De tussen U en ons overeengekomen huurovereenkomst blijft, met inachtneming van hetgeen hier is afgesproken, ongewijzigd van kracht, echter met dien verstande dat wij ons jegens U verplichten bij oplevering van de winkel een som ineens te betalen, groot f. 100.000,==, zulks ter compensatie van de door U gedane toegeving betreffende het niet meer kunnen voeren van een brood-, gebak en nat gebak assortiment als voormeld;
- [(...)] verplicht zich haar broodboetiek op dezelfde tijden geopend en gesloten te hebben als U Uw supermarkt open heeft dan wel gesloten houdt;
- (…)
- Indien de broodboetiek hoe dan ook van eigenaar zal wisselen, dan zullen betrokken partijen de voormelde afspraken wederom bespreken. Dat geldt uitdrukkelijk ook wanneer een andere natuurlijke of rechtspersoon een meerderheid in [(...)]zal krijgen;
- (…)”
“zodat de tussen ons in genoemde kwaliteit gemaakte afspraken thans onvoorwaardelijk gelden.”
“Die brief geldt dus nu tussen U en [(...)] ”(lees [A] ).
23 juni 1988 uitspraak gedaan en in conventie [de supermarkt] veroordeeld om in het door haar gehuurde geen brood, gebak, nat gebak danwel Limburgse vlaaien te verkopen dan wel in voorraad te hebben. In reconventie werd [A] veroordeeld om de in de brood- en banketafspraken genoemde producten te koop aan te bieden tegen de door [de supermarkt] in Limburg gehanteerde prijzen tegen dezelfde kwaliteit als de producten van [de supermarkt] dienen te zijn.
4 november 2015.
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00