Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de vader, ingekomen op 21 januari 2016,
- het verweerschrift van de moeder, ingekomen op 4 maart 2016,
- de aanvullende stukken van de vader, ingekomen op 15 februari, 20 en 26 april 2016,
- de brief van stichting Bureau Jeugdzorg Limburg van 22 april 2016, ingekomen op 26 april 2016;
- de behandeling ter zitting van 29 april 2016 waarbij verschenen zijn:
2.De feiten
- [minderjarige 1], te [geboorteplaats] op [2005],
- [minderjarige 2], te [geboorteplaats] op [2009] (hierna: [minderjarige 2]).
3.Het verzoek en het verweer
- de beschikking van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 28 maart 2013 (zaaknummer HV 200.118.581/01) te wijzigen in die zin dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] bij de vader wordt bepaald;
- vervangende toestemming te verlenen voor de inschrijving van de kinderen op het adres van de vader in de Basisregistratie Personen;
- een zorgregeling vast te stellen tussen de moeder en de kinderen waarbij ook belcontacten tussen de vader en de kinderen worden vastgesteld.
- de beschikking van de rechtbank Maastricht van 7 september 2012 (zaaknummer 161527 / FA RK 11-607) te wijzigen in die zin dat een zorgregeling wordt vastgesteld tussen de vader en de kinderen waarbij de kinderen elk derde weekend van vrijdag 10.00 uur tot zondag 15.00 uur bij de vader verblijven;
- waarbij de vader de kinderen op vrijdag van school haalt of op station [woonplaats] en de moeder de kinderen op zondag weer ophaalt bij de flitspaal aan [adres] te [woonplaats];
- de helft van de schoolvakanties, waarbij
- contact (telefonisch/Skype) met de kinderen om 08.30 uur op de zondagen dat de kinderen niet bij de vader verblijven,
- contact (telefonisch/Skype) met de kinderen wanneer zij bij de moeder verblijven;