ECLI:NL:RBLIM:2016:6261
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding zonder ernstig verwijt aan de werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter op 20 juli 2016 uitspraak gedaan over het verzoek van Akzo Nobel Functional Chemicals B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer [werknemer]. De werknemer, die sinds 1984 in dienst was, had zich op 11 november 2013 ziekgemeld en er was sprake van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding met zijn leidinggevende. Ondanks pogingen tot mediation en coaching, was er geen verbetering in de situatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing was en dat er een redelijke grond voor ontbinding was, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel g van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verstoorde arbeidsverhouding zodanig was dat van de werkgever niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met ingang van 1 september 2016, en heeft Akzo Nobel veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 76.000,00. Daarnaast is het verzoek van de werknemer om een billijke vergoeding afgewezen, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de werknemer ontheven wordt van het concurrentiebeding en dat Akzo Nobel een positief getuigschrift moet verstrekken. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.