Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 6 juli 2016 met producties
- de van de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 13 juli 2016 ontvangen akte houdende eis in reconventie met één productie
- de mondelinge behandeling ter zitting van 14 juli 2016.
2.De feiten
Hierbij wordt overeengekomen tussen:
3.De vorderingen en het geschil
4.De beoordeling
nietop beëindiging van de huurovereenkomst overeenkomst gericht was, zoals [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] aanvoert, maar een andere bedoeling had en de huurovereenkomst derhalve nog voortduurt, is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemotiveerd betwist en is door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. daarna onvoldoende concreet onderbouwd gebleven. De vordering is derhalve in dit kort geding niet toewijsbaar.