In deze zaak gaat het om een kort geding tussen een werkneemster, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, de Reinaert Kliniek B.V. De werkneemster is op non-actief gesteld door de werkgever, die haar beschuldigde van ongeoorloofd gebruik van de computer van de directeur. De werkneemster vorderde wedertewerkstelling, omdat de werkgever eerder had geprobeerd de arbeidsovereenkomst op onrechtmatige wijze te beëindigen. De kantonrechter heeft de vordering tot wedertewerkstelling toegewezen, omdat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat er een redelijke grond was voor de non-actiefstelling. De werkgever had bovendien niet voldaan aan de vereisten van de cao ZKN, die voorschrijft dat een schorsing in plaats van een non-actiefstelling had moeten plaatsvinden. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voortvarend onderzoek had moeten verrichten tijdens de non-actiefstelling, wat niet was gebeurd. De vordering tot rehabilitatie en het verbod op overtreding van werkgeversverplichtingen werd afgewezen, omdat deze te algemeen waren geformuleerd. De werkgever werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de nakosten.