In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die eerder met elkaar gehuwd zijn geweest. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.M.B.R. Niellissen, heeft de vrouw, vertegenwoordigd door mr. J.M.E. van den Heuvel, gedagvaard om toestemming te verkrijgen voor een vliegreis met hun minderjarige kind naar Spanje. De man had de reis gepland van 23 juli tot en met 7 augustus 2016, maar de vrouw verzette zich tegen deze reis vanwege zorgen over terreurdreiging, verwijzend naar recente aanslagen in Europa.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de gevraagde toestemming, gezien de geplande vertrekdatum en het feit dat de man al vliegtickets had geboekt. De rechter overwoog dat, hoewel de vrouw bezorgd was over de veiligheid van de reis, er geen negatief reisadvies was afgegeven door de overheid en dat de man zijn keuze om te vliegen weloverwogen had gemaakt. De rechter oordeelde dat de man in zijn ouderlijke verantwoordelijkheid niet misbruik maakte en dat de vrouw niet kon worden gevolgd in haar weigering om toestemming te geven voor de vliegreis.
De vorderingen van de man om de vrouw te veroordelen tot medewerking aan de reis en het afgeven van de ID-kaart van de minderjarige werden afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De voorzieningenrechter verleende uiteindelijk de gevraagde toestemming voor de vliegreis, verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en compenseerde de proceskosten tussen partijen.