Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- haar met een mes meermalen in de nek, hals en/of keel te steken en/of
- haar te verwurgen en/of
- haar mond en/of neus te smoren en/of
- uitwendig mechanisch samendrukkend, stomp en/of botsend geweld op haar borstkas en/of bovenbuik uit te oefenen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
- bij de verdachte sprake is van scheefgroei in zijn persoonlijkheid;
- deze scheefgroei het fundament vormt voor duurzame problemen op diverse levensterreinen;
- deze scheefgroei in zijn jeugd is ontstaan en zijn sociaal-emotionele ontwikkeling heeft getroebleerd;
- de problemen die de verdachte in zijn dagelijks functioneren ervaart, doorwerken op diverse levensgebieden en als geheel het best zijn aan te merken als een persoonlijkheidsstoornis met vooral borderline kenmerken op emotioneel niveau en antisociale kenmerken op gedragsniveau;
- bij de verdachte verder sprake is van afhankelijkheid van alcohol (gelet op langdurig en problematisch alcoholgebruik);
- van beide stoornissen ook ten tijde van het tenlastegelegde sprake was.
6.De straf
- het doden van het slachtoffer een grote psychische impact op verdachte heeft en dat voor hem de grootste straf is dat hij hiermee zal moeten leven;
- verdachte oprechte spijt heeft en meeleeft met de nabestaanden;
- verdachte niet eerder voor ernstige gewelddelicten is veroordeeld;
- het recidivegevaar, hoewel aanwezig, niet acuut is.
- het van belang is dat verdachte voor lange duur ondersteund gaat worden en dat hij over een jaar nogmaals neuropsychologisch wordt getest;
- het wenselijk is dat verdachte de sederende medicatie kan afbouwen en dat hij zijn mogelijkheden om problemen het hoofd te bieden leert uit te breiden;
- zij mogelijkheden zien om de behandeling van verdachte vorm te geven in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, indien de strafmaat dit toelaat;
- verdachte binnen het kader van de behandeling kan worden begeleid bij het praktisch vormgeven van zijn leven, dat vorm gegeven kan worden aan toezicht op en behandeling van zijn middelengebruik en dat eventuele relatievorming kan worden begeleid;
- een klinische start aanbevelenswaardig is vanwege verdachtes huidige psychische gesteldheid en het belang van het aangaan en consolideren van een duurzame behandelrelatie.
Hogere gevangenisstraf dan gevorderd door de officier van justitie
De behandeling
- Hij moet voor lange duur ondersteund worden.
- Hij moet over een jaar nogmaals neuropsychologisch worden getest.
- Het is wenselijk dat hij de sederende medicatie afbouwt en dat hij leert zijn mogelijkheden om problemen het hoofd te bieden uit te breiden.
- Hij moet worden begeleid om praktisch vorm te geven aan zijn leven.
- Toezicht op en behandeling van zijn middelengebruik is gewenst, alsmede begeleiding van eventuele relatievorming.
- Een klinische start is aanbevelenswaardig.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.5 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor het subsidiair bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf van 9 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, [naam] , wonende te Milsbeek, te betalen € 600,69, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 23 januari 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van de nabestaande, [naam] , van € 600,69, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 23 januari 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- een mes (goednummer 547045);
- een handdoek (goednummer 547300);
- een laken (goednummer 547044).