Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- de verklaring van de getuige [getuige 2] bij de politie [7]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.5 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
ECL Beheer B.V.gevestigd te Roda J.C. Ring 81, 6466 NH Kerkrade, niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
- veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van betaling aan benadeelde partij
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 350,00, subsidiair 7 dagen hechtenis, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 28 februari 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 350,00 ten behoeve van de benadeelde partij daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan haar als benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan de benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering voor zover deze het bedrag van € 350,- te boven gaat;
- bepaalt dat de benadeelde partij dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.