Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
GROENEKRUISDOMICURA HUISHOUDELIJKE HULP B.V.,
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 30 mei 2016
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling ter zitting van 13 juni 2016.
2.De feiten
Gelet op de actueel vastgestelde belastbaarheid door de UWV-Arts wordt u onveranderd ongeschikt beschouwd voor de uitoefening van de maatgevende arbeid.”
Inmiddels hebben wij van het UWV de beschikking ontvangen waarin aangegeven staat dat uw WIA-uitkering beëindigd wordt per 24 september 2015 en u voor 21,76% arbeidsongeschikt bent geacht. Daar uw dienstverband met onze organisatie juridisch is geëindigd hebben wij geen verplichtingen naar u toe in het kader van werkhervatting binnen onze organisatie.
3.De vordering en het geschil
4.De beoordeling
nietin staat, namelijk dat de overeenkomst bij brief van 6 oktober 2014 is opgezegd, terwijl het toch alleszins voor de hand had gelegen om dat stukje informatie in die reactie te vermelden (uitgaande van de situatie dat de opzeggingsbrief inderdaad verstuurd is). Wat daar ook verder van zij, het dient er in deze procedure voor te worden gehouden dat de opzeggingsbrief [eiseres] niet heeft bereikt en dat de arbeidsovereenkomst derhalve nog loopt, nu de termijn om op te mogen zeggen (tot 20 november 2014) reeds is verstreken. Het enkele gegeven dat op de loonspecificatie van januari 2015 (die door Domicura als ‘eindafrekening’ wordt aangemerkt) rechtsboven in de kolom met algemene persoonsinformatie een ‘datum uit dienst’ (31-12-2014) vermeld staat, kan niet als een opzegging van een arbeidsovereenkomst worden aangemerkt. Het verweer van Domicura, inhoudende dat [eiseres] zich niet binnen de in artikel 9 lid 3 BBA genoemde termijn op vernietiging van de opzegging heeft beroepen, kan in deze procedure derhalve niet slagen.