Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De oplegging van straf
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd.
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 15,40 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen aan de benadeelde partij;
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst af de overige gevorderde materiële schade;
- verklaart voornoemde benadeelde partij niet-ontvankelijk ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, aangezien de behandeling van de vordering op dat onderdeel naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, met bepaling dat de benadeelde partij het deel van de vordering waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op om ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, aan de staat te betalen een bedrag van € 15,40 als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de staat, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.